Nieuwe Wet Werk en Zekerheid per 1 januari 2015

16/01/2015

Per 1 januari 2015 is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) ingevoerd. Hiermee wordt het arbeidsrecht en het ontslagrecht ingrijpend gewijzigd. Met name werknemers met een flexibel contract krijgen meer zekerheden. De wijzigingen van deze wet worden gefaseerd, dat wil zeggen per verschillende ingangsdata, ingevoerd.

 

De eerste wijzigingen, die per  1 januari 2015 zijn ingevoerd, betreffen de volgende punten.

 

Beperking proeftijd

In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd korter dan of gelijk aan 6 maanden, mag geen proeftijd meer opgenomen worden. In arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd , die langer dan 6 maanden duren, mag dus nog wel een proeftijd opgenomen worden. Dit is bepaald in artikel 7:652 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

 

Beperking concurrentiebeding

In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag  in principe geen (non) concurrentiebeding meer worden opgenomen, tenzij de werkgever in de arbeidsovereenkomst schriftelijk motiveert dat dit beding noodzakelijk is wegens zwaarwegende bedrijfsbelangen. Dit is bepaald in artikel 7: 653 BW.

In contracten voor onbepaalde  tijd mag nog wel zonder toelichting een non-concurrentiebeding opgenomen worden.

Een concurrentiebeding, dat is opgenomen in een tijdelijk contract, dat voor 1 januari 2015 is afgesloten, en die tijdens de looptijd de datum 1 januari 2015 overschrijdt, blijft wel gewoon geldig.

 

De aanzegverplichting

Bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten van 6 maanden of langer geldt een schriftelijke aanzegverplichting. Dit houdt in dat de werkgever uiterlijk één maand voor het einde van het tijdelijke contract de werknemer schriftelijk moet laten weten of het contract voortgezet wordt en zo ja, onder welke voorwaarden.

De aanzegverplichting geldt dus niet voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten, die zijn aangegaan voor een periode korter dan 6 maanden. Dit is bepaald in artikel 7: 668 BW.

 

De aanzegverplichting geldt ook niet voor uitzendovereenkomsten in fase A. De aanzegverplichting  geldt nog niet voor tijdelijke contracten, die al in 2014 zijn aangevangen en die over 1 januari 2015 heenlopen, maar eindigen voor 1 februari 2015. Het geldt dus wel voor tijdelijke contracten, die al in 2014 zijn aangevangen en eindigen op of na 1 februari 2015.

 

De aanzegverplichting  geldt ook niet voor tijdelijke contracten, die geen kalenderdatum als einddatum hebben, maar bijvoorbeeld zijn aangegaan voor de duur van een project of ter vervanging van een zieke. Als een werkgever de aanzegverplichting niet nakomt, is de sanctie een vergoeding van één maandsalaris.

Als een werkgever de werknemer niet tijdig laat weten of de tijdelijke arbeidsovereenkomst voortgezet wordt, bedraagt de boete het loon over de weken van de van de niet in acht genomen aanzegtermijn.

 

Als de werkgever wel tijdig aanzegt, maar niet vermeldt wat de voorwaarden zijn van de nieuwe arbeidsovereenkomst, dan gelden de vroegere voorwaarden. Was het bijvoorbeeld een jaarcontract, dan blijft het een jaarcontract.

 

Een werknemer moet binnen 2 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst een beroep doen op het niet nakomen of niet tijdig nakomen van de aanzegverplichting door de werkgever. Als de werkgever deze vergoeding niet wil betalen, moet de werknemer ook binnen deze periode van 2 maanden een verzoekschrift indienen bij de kantonrechter. Als de werknemer dit nalaat, kan de werknemer de vergoeding niet meer opeisen.

 

Uitzendovereenkomst

Tot 1 januari 2015 kon het  uitzendbeding voor maximaal 26 weken worden aangegaan, maar bij CAO kon die periode onbeperkt worden verlengd.

Vanaf 1 januari 2015 geldt dat uitzendbedingen bij CAO tot maximaal 78 weken kunnen worden verlengd.

Deze nieuwe regeling geldt voor uitzendbedingen, die op en na 1 januari 2015 zijn overeengekomen. Als iemand voor 1 januari 2015 nog een uitzendbeding was overeengekomen, die langer dan 78 weken duurt, dan blijft die bestaan.

 

Geen arbeid, wel loon

Het is mogelijk voor de eerste 6 maanden van de arbeidsovereenkomst een loonuitsluitingsbeding overeen te komen. Hiervan wordt veel gebruik gemaakt in oproepcontracten. De WWZ  beperkt de mogelijkheid om bij CAO een loonuitsluitingsbeding te verlengen, nadat de eerste 6 maanden van het dienstverband zijn verstreken.

 

Tenslotte

We houden u via de HZC website en De Machinist op de hoogte van de nog aankomende wijzigingen krachtens de Wet Werk en Zekerheid.

 

Door: Anika Stuyt, Juridisch medewerkster