Pensioenakkoord en toch onzekerheid: hoe kan dat?

20/09/2019

Voor de zomer hebben vakbeweging, werkgevers en overheid een pensioenakkoord gesloten. Doel was kortingen te voorkomen en  indexatie weer mogelijk te maken. Nu lijken er toch kortingen te komen. Hoe kan dat? En wat doen we er aan?

 

Redenen om tot een pensioenakkoord te komen

 

Voor de overheid is de betaalbaarheid van de AOW met een bevolking met steeds meer ouderen en steeds minder jongeren een belangrijk punt. Daarnaast wil zij een einde aan de doorsneesystematiek, waarbij je gemiddeld over een heel leven je opgebouwde pensioen netjes bij elkaar gespaard hebt, maar de inleg van jongeren iets meer is dan nodig, terwijl ouderen iets minder dan nodig betalen. Werkgevers richten zich vooral op de hoogte van de te betalen pensioenpremies.

 

De vakbeweging wil een minder snelle stijging van de pensioenleeftijd, meer mogelijkheden om kortingen te voorkomen en te indexeren, compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek en afspraken over een pensioen voor alle werkenden.

 

De gemaakte afspraken

 

Een voorlopige bevriezing en daarna langzamere stijging van de AOW-leeftijd is de meest concrete afspraak van het pensioenakkoord. Voor werknemers met zware beroepen werd  afgesproken dat daar de ingestelde stuurgroep nog over zal praten, waar de VCP onder meer de gedachte van AOW na 45 arbeidsjaren zal ondersteunen.

 

Over het aanvullend pensioen is de basisafspraak de gezamenlijke ambitie dat een nieuw pensioenstelsel niet tot versobering mag leiden en dat het indexatieperspectief terug moet komen. Tot de afspraken hoort dat boven de 100% dekkingsgraad geïndexeerd mag worden en onder de 100% gekort zal worden. De rekenrente voor het berekenen van de dekkingsgraad blijft de risicovrije rente van DNB (De Nederlandsche Bank). Voor de uitwerking van deze afspraak maakt de VCP al de kanttekening dat zij er niet van overtuigd is dat met de DNB-rekenrente een reëel indexatieperspectief bestaat en dat daarover in de stuurgroep opnieuw discussie kan komen.

 

De uitwerking van de compensatie voor degenen die nadeel hebben van de afschaffing van de doorsneesystematiek wordt helemaal bij de stuurgroep gelegd. De afspraak is dat in de stuurgroep alle 7 partijen (de overheid, 3 werkgeversorganisaties en de 3 vakcentrales) het met elkaar eens moeten zijn.

 

De besprekingen in de stuurgroep en de op basis daarvan te maken wetgeving zullen zeker 2 jaar in beslag nemen. Alleen de bevriezing van de AOW-leeftijd en de afspraak dat boven de 100% dekkingsgraad niet gekort hoeft te worden gaan met onmiddellijke ingang in. Op basis van de situatie in juni was de verwachting dat daarmee dreigende kortingen in met name de metaalsector voorkomen konden worden.

 

Ontwikkelingen deze zomer

 

Vorig jaar heeft het kabinet een commissie ingesteld onder voorzitterschap van oud-minister Dijsselbloem. Aan die commissie is gevraagd om advies uit te brengen over de wijze waarop de rekenrente berekend moet worden in het huidige pensioenstelsel. Die commissie heeft in juni een advies uitgebracht, waarmee de te gebruiken rente lager wordt en er dus eerder gekort moet worden op pensioenen.

 

Op economisch gebied is er van alles aan de hand: oplopende handelsspanningen, met name tussen Amerika en China, de uiterst rommelige manier waarop Groot-Brittannië richting Brexit gaat en deze week (dit wordt geschreven op 17 september) de aanval op olie-installaties in Saudi Arabië.

 

Al deze zaken hebben negatieve effecten op de economische groei, wat onder meer voor de Europese Centrale Bank (ECB) reden was om stimuleringsmaatregelen te nemen. Door deze maatregelen gaan de rentes nog verder omlaag. Voor de zomer lag de rekenrente nog op 1,5%, nu is dat 0,4%.

 

Betekenis voor het huidige pensioenstelsel

 

De pensioenfondsen maken nog steeds flinke rendementen. Maar door de scherpe daling van de rente is dat niet genoeg om de dekkingsgraden op niveau te houden. Waar in juni nog de gedachte was dat nagenoeg alle pensioenfondsen boven de grens voor kortingen zouden blijven, ziet het er nu heel anders uit. Vier van de vijf grote pensioenfondsen zitten nu (17 september) op een niveau dat met de huidige regels kortingen noodzakelijk zouden zijn.

 

Voor de voor HZC-leden belangrijke fondsen zitten de bouw, het vervoer en het spoorpensioenfonds nog aan de goede kant van de streep, terwijl de kleinmetaal, de grootmetaal en de landbouw met de huidige cijfers zouden moeten korten.

 

Betekenis voor het pensioenakkoord

 

De onderhandelingen in de stuurgroep worden een stuk ingewikkelder. Vooral op twee onderwerpen zullen we dat merken.

 

De VCP heeft bij het sluiten van het akkoord al gezegd dat de ambitie (voorkomen van kortingen, indexatieperspectief en een stabiel pensioen) leidend is. Voor het kabinet is dat de risicovrije rekenrente. Die twee uitgangspunten leiden niet tot één uitkomst.

 

Een forse klus is het zoeken naar manieren om diegenen die nadeel hebben van de afschaffing van de doorsneesystematiek te compenseren. De buffers van de pensioenfondsen zouden een bijdrage moeten leveren aan de oplossing. Maar de meeste pensioenfondsen hebben met de huidige rekenrente helemaal geen buffers meer.

 

Acties VCP en HZC

 

In de stuurgroep zal de VCP duidelijk maken dat de risicovrije rente van DNB hoort bij een systeem, waarin pensioengerechtigden bijna volstrekte zekerheid hebben. In het pensioenakkoord is een veel flexibelere afspraak gemaakt. Dat moet gevolgen hebben voor de manier waarop een rekenrente of rekenrendement vastgesteld wordt. En die manier moet beter passen bij de feitelijke rendementen die pensioenfondsen nog steeds realiseren. Want, zoals VCP-vice-voorzitter Gerrit van de Kamp al eerder zei, “een goed pensioenakkoord staat of valt met de uitwerking.”

 

Voor de huidige dreiging van kortingen op de pensioenen heeft de VCP de Tweede Kamer opgeroepen zich tegen de kortingen uit te spreken en de minister te vragen maatregelen te nemen. Het is volgens de VCP niet meer uit te leggen aan deelnemers dat de economie goed draait, de rendementen van de fondsen goed zijn, maar hun financiële posities wegzakken. Pensioen is een zaak van de lange adem en daarom is een stabiele graadmeter noodzakelijk.

 

Mede op basis van de oproep van de VCP heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd aan de president van de ECB, dhr. Draghi, om rekening te houden met de gevolgen van een verder stimuleringsbeleid voor de pensioenen in Nederland. Hoewel dat niet merkbaar iets veranderd heeft aan het besluit van de ECB om de rente verder te verlagen, heeft zijn opvolgster mevrouw Lagarde intussen in een interview wel aangegeven dat de ECB beter moet letten op de negatieve effecten van het beleid voor pensioenen en spaarders.

 

In reactie op de inbreng van de Tweede Kamer heeft minister Koolmees toegezegd bereid te zijn in gesprek te gaan met de pensioensector om onnodige kortingen op pensioenen te voorkomen. VCP en HZC zullen daarbij nadrukkelijk de vinger aan de pols houden om alles in het werk te stellen om grote kortingen op de pensioenen per 1 januari te voorkomen.

 

Bijna dagelijks is er nieuws over pensioenen. Het kan zijn dat er intussen nieuwe ontwikkelingen zijn. Wij proberen die zoveel en zo snel mogelijk op de HZC-website te zetten. Houd dus ook de website in de gaten voor het laatste nieuws.