Uit de praktijk: Ontslag vanwege toiletbezoek?

17/10/2019

Als rayonbestuurder begeleid je leden die ondersteuning nodig hebben om iets tot een goed einde te brengen. Daarbij kom je uiteenlopende en soms bizarre zaken tegen. Verhalen in deze rubriek zijn waargebeurd. Ter bescherming van leden zijn sommige details weggelaten en de namen die gebruikt worden verzonnen.

 

 

Klaas werkt al jaren bij een vol continu bedrijf op de kraan. Hij werkt volgens rooster en is een paar weken van huis om vervolgens een paar weken niet te hoeven werken. Dat bevalt hem prima, want hij is niet zo’n 9 tot 5 type. Wat voor Klaas wel belangrijk is, zijn de werkomstandigheden. En juist omdat hij dat belangrijk vindt, komt hij in de problemen.

 

De kraan waarop Klaas zat, moest 24 uur draaien. Hij was uitgeleend aan een opdrachtgever en die betaalde alleen voor de uren dat de kraan ook daadwerkelijk in gebruik was. Om pauzes te kunnen regelen, was er normaal een aflossing. Normaal, want door personeelsgebrek was dat al een tijdje niet het geval. De planners van het bedrijf hadden grote moeite de bezetting rond te krijgen, omdat er geen minuut draaitijd verloren mocht gaan. En daar begonnen de problemen. Klaas had al een paar dagen iets onder de leden en het rommelde in zijn buik. En op één van die dagen kreeg hij enorme aandrang: hij moest ineens naar het toilet. Omdat er geen aflossing was, besloot Klaas de kraan even stil te zetten. (Hoge) nood breekt wet en het zou maar een paar minuten duren. Een paar minuten met grote gevolgen…..

De opdrachtgever constateerde dat er een kraan stil stond en daar was geen toestemming voor gegeven. Toen Klaas terugkwam van zijn toiletbezoek, werd hij meteen op het matje geroepen. Dit was niet de eerste keer, dus Klaas was niet direct onder de indruk. Hij nam een reprimande in ontvangst en ging weer aan het werk. Tot zijn rooster er op zat en Klaas naar huis ging.

 

Hij was amper thuis of hij werd gebeld dat hij op kantoor moest komen. Ze hadden bij zijn werkgever van de opdrachtgever het een en ander gehoord over Klaas en ze wilden zijn kant van het verhaal horen. Klaas mocht in het kort vertellen wat er was gebeurd, maar de werkgever heeft het verhaal van Klaas niet heel serieus genomen. De opdrachtgever had al een officiële brief opgesteld met een waarschuwing naar Klaas. Ook al was hij alleen maar naar het toilet geweest: de opdrachtgever wilde hem niet meer op één van zijn kranen en dus had de werkgever van Klaas geen werk meer voor hem. De conclusies waren al getrokken en Klaas kreeg een voorstel om het dienstverband te beëindigen, voorgelegd.  Gratis en voor niets.

Verbouwereerd vertelde Klaas thuis het verhaal aan zijn vrouw. Hij kreeg ontslag, omdat hij naar het toilet was geweest. Het moest niet gekker worden. Alle reden om contact op te nemen met HZC.

 

De rayonbestuurder hoorde het verhaal van Klaas met stijgende verbazing aan. Plassen moest je in een fles doen, je moest in je kraan eten zonder je handen te kunnen wassen en een grote boodschap moest je blijkbaar ophouden tot na je dienst. Werkgever kon dan wel van Klaas af willen, maar niet op deze manier. Alles druist in tegen de wetgeving in Nederland op het gebied van arbeidsomstandigheden en rust- en arbeidstijden. Dus werd er een brief aan de werkgever van Klaas gestuurd, waarin de werkgever op een duidelijke doch beleefde manier gewezen werd op de situatie, de rol van de opdrachtgever en de rol van de werkgever hierin. En dan Klaas de schuld van alles geven??

 

Al snel na ontvangst van de brief belde de werkgever met de rayonbestuurder van HZC. Of ze over de situatie konden praten. Bij HZC is die bereidheid er in eerste instantie altijd en werkgever gaf al snel te kennen op een sympathieke manier het dienstverband met Klaas te willen beëindigen. Verdere samenwerking was al geen optie meer, ook niet voor Klaas, want ze hadden hem laten vallen als een baksteen. En zij wilden van Klaas af, het liefst gratis en voor niets.

De rayonbestuurder maakte een paar zaken duidelijk naar de werkgever. De waarschuwing van de opdrachtgever was niet veel waard, Klaas was tenslotte niet bij de opdrachtgever in dienst en zijn eigen werkgever had al ruim een week laten verstrijken, voordat ze met Klaas in gesprek gingen. Werkgever zou dus hoe dan ook de opzegtermijn in acht moeten nemen. Een andere voorwaarde was dat alles op papier zo geregeld zou worden, dat Klaas recht zou hebben op een WW uitkering, mocht hij zo snel geen andere baan vinden. En natuurlijk moest er sprake zijn van een beëindigingsvergoeding.

 

Het werd een spel van argumenten delen en overtuigen, maar vrij snel werd duidelijk dat de vertegenwoordiger van de werkgever een puur commerciële man was. Hij dacht dat hij dit gewoon even had kunnen regelen zonder verstand van zaken en droeg alles snel over aan de bedrijfsjurist. Hierdoor werd de situatie prettiger bespreekbaar. Niets is lastiger dan onderhandelen met iemand die geen idee heeft wat kan en wat niet kan. Door het inschakelen van de jurist waren ook meteen de emoties uit het gesprek gehaald en waren we er snel uit: Klaas kreeg een vaststellingsovereenkomst, hoefde niet meer te werken, maar kreeg wel de opzegtermijn betaald, had recht op WW en kreeg een mooie vergoeding mee. De weg terug was er toch al niet meer, dus dan maar vooruit: op zoek naar een nieuwe werkgever. Klaas is heel dankbaar dat het zo geregeld is en hij is blij dat hij bij zijn oud werkgever is weggegaan. Maar niet gratis en voor niets!

 

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl