Stikstof: meer perspectief voor woningbouw, maar ook voor de infra?

16/07/2020

Als het over stikstof gaat, hebben lange rijen tractoren en demonstrerende boze boeren er voor gezorgd dat de gemiddelde Nederlander denkt dat dit enkel over de landbouw gaat. “Zoals HZC al eerder naar voren heeft gebracht, worden vooral op korte termijn de bouw en infra fors geraakt door het besluit van de rechter vorig jaar”, aldus HZC-voorzitter René van der Steen. “Daarom zetten we nu aan de vooravond van de vakanties de ontwikkelingen van de laatste maanden nog maar eens op een rijtje. Waarbij snel meer (corona)daadkracht nodig is om de sector weer perspectief te geven.”

 

Zomer 2019 besliste de rechter dat het Nederlandse stikstofbeleid niet in overeenstemming was met de Europese regels voor Natura 2000 gebieden. Dat betekende een streep door heel veel vergunningen voor projecten die leidden tot meer stikstofuitstoot in (de omgeving van) Natura 2000 gebieden. Het kabinet heeft daarop een commissie onder leiding van dhr. Remkes ingesteld om advies uit te brengen hoe het stikstofbeleid wel in overeenstemming met de regels gebracht kan worden.

 

De commissie Remkes heeft in april een tussenadvies uitgebracht. In reactie op het tussenrapport heeft het kabinet aangegeven geld vrij te maken voor de versterking van de natuur, uitstoot bij de bron aan te pakken en steun te geven om zwaar bouwmaterieel te verduurzamen. Door deze voorstellen ontstaat ruimte voor woningbouw en een aantal door het kabinet aangewezen infraprojecten. René van der Steen gaf toen al aan dat voor een ongestoorde ontwikkeling van de noodzakelijke infrastructuur zowel voor de korte als voor de lange termijn extra maatregelen nodig zijn.

 

In het eindadvies van de commissie Remkes “Niet alles kan overal” wordt uitgebreid (7 pagina’s) aandacht besteed aan de bouwsector. Het rapport stelt dat de situatie in de bouw sterk afwijkt van alle andere sectoren die emissie van stikstof veroorzaken. Door het ontbreken van ‘stikstofruimte’ is de vergunningverlening voor zowel de woning- en utiliteitsbouw alsmede de GWW vrijwel geheel stil komen te liggen. Die stikstofruimte ontbreekt omdat de bouw als enige sector geen ‘bedrijfsvergunning’ heeft voor bestaande activiteiten. Met andere woorden, voor bedrijven in de industriële en landbouwsector geldt dat zij jaarlijks een vergunde stikstoflast kunnen veroorzaken, terwijl een bouwbedrijf voor vrijwel alle activiteiten afhankelijk is van specifieke projectbeoordelingen en vergunningen. Dit is de achilleshiel van de sector. Volgens het rapport-Remkes is er tot op heden geen andere sector waarop de stikstofproblematiek zo’n directe impact heeft. “Deze conclusie van het rapport-Remkes geeft extra gewicht aan mijn oproep van begin mei om snel met maatregelen te komen om de sector weer perspectief te geven”, aldus HZC-voorzitter Van der Steen.

 

Remkes roemt de inspanningen die de bouwsector zelf – ondanks het uiterst kleine aandeel in de totale stikstofuitstoot – voor haar rekening wil nemen. De sector wil stikstofwinst realiseren op de bouwplaats en in de vervoersbewegingen van personeel en leveranciers van en naar de bouwplaats. Op de bouwplaats gaat om besparingen door andere bouwmaterialen, een duurzamer gebruik van mobiele werktuigen (hierbij noemt het rapport de ook door HZC ondertekende Green Deal) en het verduurzamen van het materieelpark.

 

Het Adviescollege is van mening dat er voor tijdelijke emissies van bouwactiviteiten voldoende ruimte beschikbaar moet worden gemaakt, zodat deze activiteiten niet langer onderworpen hoeven te worden aan gedetailleerde depositieberekeningen. De bouwsector kan een bijdrage leveren aan een significante reductie van NOx -emissies door versneld over te gaan naar materieel, bouwlogistiek en bouwmaterialen met lage emissies. Om dereductie van de stikstofuitstoot ook daadwerkelijk te kunnen realiseren, is het ook van belang dat opdrachtgevers daar in hun aanbestedingen aandacht aan schenken. Het Adviescollege wil dat een bindend reductiepad voor alle aanbestedende diensten (ook rijksoverheid, provincies en gemeenten) vastgelegd wordt.

 

Met de forse reductie, die de sector zelf wil realiseren, en de strengere eisen, die aan opdrachtgevers gesteld worden, verwacht de commissie dat er voldoende ruimte komt om bouwprojecten te vrijwaren van gedetailleerde stikstofberekeningen door een drempelwaarde voor tijdelijke emissies vast te stellen. Tenslotte adviseert het Adviescollege om een stimuleringsregeling te ontwikkelen, die het mogelijk maakt voor alle bedrijven in de sector om de overgang naar ‘laag-emissiematerieel’ te maken.

 

Vanuit de bouwwereld is enthousiast gereageerd op het rapport-Remkes. Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, stelt: "Ik ben tevreden dat het kabinet naar onze argumenten heeft geluisterd en naar de eerdere aanbevelingen van de Raad van State en de commissie Remkes en nu werk maakt van het invoeren van een drempelwaarde.” Namens HZC vult René van der Steen aan: “Die drempelwaarde moet wel dit jaar nog worden ingevoerd. Het is een noodzakelijke eerste stap om de vergunningverlening weer op gang te krijgen.” Verhagen vult aan: “Het door het Adviescollege voorgestelde stimuleringspakket zal substantieel moeten zijn om materieel versneld af te schrijven. Ook is een inspanning van de hele sector, opdrachtgevers, bouwers en ontwerpers, noodzakelijk.”

 

Het kabinet heeft tot nu toe vooral gereageerd op de totale benodigde stikstofreductie (minder dan voorgesteld door de commissie) en de ingrijpende voorstellen voor de landbouw en voor natuurherstel. Minister Schouten heeft over de bouwsector wel laten weten dat ook het kabinet de invoering van een drempelwaarde een goede oplossing vindt. Over de hoogte van die drempel en de eventuele invoering van een stimuleringsregeling is echter nog niets bekend. “Met betrekking tot PFAS is het kabinet net voor de zomer met een aangepaste norm gekomen, hulde daarvoor!”, stelt Van der Steen, en hij besluit: De aangekondigde maatregelen voor stikstof bieden met name voor de woningbouw wel wat ruimte. Maar als de vakman ook na de zomer weer aan de slag wil, is met name voor de infra nodig dat de vergunningverlening weer op gang komt. En dat kan alleen met een reële drempelwaarde. Er is dus ook op dit vlak coronadaadkracht nodig, zodat de sector zijn bijdrage kan leveren äan het herstel van de Nederlandse economie!”

 

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl