Pensioenfondsen in 2021: wat verandert er?

08/12/2020

Eind juni maakten de minister, de vakcentrales en de werkgevers bekend dat er in grote lijnen een akkoord was over een nieuw pensioenstelsel. Dat stelsel zal flexibeler meebewegen met de economische ontwikkelingen. Tegelijk moeten pensioenfondsen nu nog besluiten op basis van de regels van het huidige stelsel. HZC zet op een rij wat dat betekent voor 2021.

 

Nieuwe stelsel

Het nieuwe stelsel wordt flexibeler. Omdat daardoor een kleinere buffer nodig is, betekent dat dat er minder snel gekort hoeft te worden en ook dat er eerder geïndexeerd kan worden. Voordat het nieuwe stelsel in werking is, moeten overheid en pensioenfondsen hun regels daar op aanpassen. De overheid is nu bezig met het maken van die nieuwe wetgeving. Uiterlijk 2026 moet het nieuwe stelsel in werking treden.

 

Tussenperiode

In de tussenperiode gelden nog de regels van het oude stelsel. Volgens deze regels hebben veel pensioenfondsen al enkele jaren een te lage dekkingsgraad. Als die dekkingsgraad eind dit jaar voor het vijfde jaar onder de vastgestelde grens (104,2%) zou zijn, moeten die fondsen korten.

De vakbonden hebben aangegeven, dat het een fout signaal zou zijn als er nu kortingen zouden plaatsvinden die onder het nieuwe stelsel niet nodig zouden zijn. De minister heeft laten weten, dat hij deze niet noodzakelijke kortingen ook wil voorkomen. Daarom heeft hij de grens voor kortingen verlaagd naar verplicht korten als de actuele dekkingsgraad op 31 december lager dan 90% is.

Deze versoepeling heeft ook te maken met de bijzondere economische omstandigheden van dit moment door de coronacrisis. Eind september heeft de minister aangegeven dat hij ook voor de komende jaren tot aan de invoering van het nieuwe stelsel niet noodzakelijke kortingen te wil voorkomen. Hoe hij dat wil doen, moet hij nog verder uitwerken.

 

Pensioenpremie

De meeste pensioenfondsen stellen een premie vast voor een periode van 5 jaar. Dat moet op basis van de rente van 30 september. Die was dit jaar uitzonderlijk laag. Een lage rente betekent dat een (veel) hogere pensioenpremie nodig is om dezelfde pensioenopbouw te kunnen realiseren. De pensioenfondsen die dit jaar aan de beurt zijn om hun pensioenpremie vast te stellen, moeten daarom vaak hun premie verhogen of de jaarlijkse opbouw verlagen. Ze kunnen de premie ook voor een kortere periode dan 5 jaar vaststellen, maar moeten wel de komende 5 jaar de uiterst lage rente van 30 september 2020 blijven gebruiken.

 

Huidige situatie

In het onderstaande zal HZC voor de pensioenfondsen, waar veel van onze leden bij zijn aangesloten, aangeven welke maatregelen zij nu al bekend hebben gemaakt. Regelmatig wordt dat ververst op hun websites. Daarom geven wij ook de link naar de websites van die pensioenfondsen.

Op dit moment staat op de websites van de pensioenfondsen als laatste de actuele dekkingsgraad per 31 oktober. Rond 20 december wordt deze op alle websites aangevuld met de dekkingsgraad per 30 november. De voor verplichte kortingen belangrijke dekkingsgraad van 31 december staat pas half januari op de websites. Een aantal pensioenfondsen geeft daarom nu al aan dat ze over eventuele kortingen in 2021 pas eind januari een besluit nemen.

De pensioenmonitor van Aon houdt dagelijks het gemiddelde bij van alle dekkingsgraden. Op 31 oktober was dat gemiddelde 94%. Op 30 november kwam het gemiddelde uit op 100%, dus 6% hoger. Dat betekent dat sommige pensioenfondsen, die volgens de dekkingsgraden van eind oktober nog in de gevarenzone zitten, misschien met de dekkingsgraad van eind november nog net boven de grens komen waardoor ze niet verplicht hoeven te korten. Maar het zegt nog niets over de dekkingsgraad van eind december.

 

bpfBOUW (www.bpfbouw.nl)

BpfBOUW meldt dat de ambitie is om de pensioenen ieder jaar mee te laten groeien met de ontwikkeling van de prijzen. Maar de coronacrisis zorgt voor onzekerheid. Het is nog onduidelijk hoe lang die gaat duren en hoe zwaar de economie en financiële markten erdoor geraakt worden. Daarom is het op dit moment extra moeilijk uitspraken te doen over het pensioen. 

BpfBOUW verwacht in de komende jaren het pensioen niet te kunnen verhogen. Als het tegenzit moeten ze uw pensioen de komende jaren verlagen. Eind oktober was de actuele dekkingsgraad van bpfBOUW 105,8%, dus redelijk ver boven de kritische grens van 90%.

 

Rail & OV (www.railov.nl)

Ook Rail & OV geeft aan dat de vooruitzichten onzeker zijn. Zij gaan uit van een langzaam herstel. De verwachte wetgeving in het kader van het pensioenakkoord en de verdere invulling hiervan door sociale partners kan ook gevolgen hebben. Als de huidige economische trend zich voortzet, verwachten zij in de komende jaren het pensioen niet te kunnen indexeren.

Onder Rail & OV vallen meerdere cao’s met ook verschillende pensioenregelingen, die dit jaar hun pensioenpremie opnieuw moeten vaststellen. Voor de cao RIS is vooralsnog de premie voor één jaar opnieuw vastgesteld, met in dat jaar dan wel een lagere opbouw. Volgend jaar wordt opnieuw gekeken naar de premiehoogte, waarin dan ook de effecten van de nieuwe regeling voor het nabestaandenpensioen wordt meegenomen.

Het verlagen van het pensioen is nu niet aan de orde. Maar het kan ook tegenzitten, bijvoorbeeld door tegenvallende beleggingsopbrengsten of een dalende rente. In dat geval kan Rail & OV ook in de situatie terechtkomen dat de pensioenen verlaagd moeten worden. De actuele dekkingsgraad van Rail & OV was eind oktober 101,8%, ook flink boven de grens van 90%.

 

Pensioenfonds vervoer (www.pfvervoer.nl)

Pensioenfonds Vervoer streeft ernaar om de opgebouwde pensioenen en de pensioenuitkeringen jaarlijks te verhogen. Het verhogen van de pensioenen kan alleen als de financiële situatie van Pensioenfonds Vervoer goed genoeg is. Op dit moment is dat niet het geval. Dit betekent dat de pensioenen in 2020 niet worden verhoogd. Ook de komende jaren is er maar een zeer kleine kans dat uw pensioen wordt verhoogd.

Pensioenfonds Vervoer heeft de pensioenen nog nooit verlaagd. In de toekomst is een verlaging echter niet uitgesloten. Het verlagen van de pensioenen is een uiterste maatregel: dit gebeurt pas als alle andere maatregelen al zijn genomen of niet (meer) bruikbaar zijn. De actuele dekkingsgraad van Pensioenfonds Vervoer was eind oktober 98,2%, ook ruim boven de kritische grens van 90%.

 

PME (www.pmepensioen.nl)

PME geeft op de website aan er financieel niet goed voor te staan. Op dit moment heeft PME niet voldoende geld in kas om alle pensioenuitkeringen in de toekomst te betalen. Daarom moet PME volgend jaar misschien de pensioenen verlagen. Dit geldt dan voor iedereen: voor gepensioneerden, voor werkenden die pensioen opbouwen en voor mensen die in het verleden pensioen bij PME hebben opgebouwd.

De tijdelijke versoepeling van de regels betekent, dat als de actuele dekkingsgraad van PME op 31 december boven 90% is, de pensioenen in 2021 niet omlaag hoeven. Gezien de huidige dekkingsgraad is de kans nog steeds aanwezig dat die eind december onder de 90% is. De actuele dekkingsgraad van PME op 31 oktober was 92,6%.

 

PMT (www.pmt.nl)

Ook PMT geeft op de website aan er financieel nietgoed voor te staan. Het is mogelijk dat in 2021 de pensioenen verlaagd moeten worden. 

Per 1 januari 2021 gaat de pensioenpremie omhoog naar 27,98% (was 22,2%). Deze verhoging van de pensioenpremie wordt volledig betaald door de werkgevers. Ook gaat het opbouwpercentage omlaag naar 1,815% (dit was 1,875%). Dit percentage bepaalt hoeveel pensioen u kunt opbouwen over het salaris dat u verdient. U gaat dus iets minder pensioen opbouwen voor de pensioenpremie die u betaalt.

Net als in 2020 geldt in 2021 wel een tijdelijke versoepeling van de regels voor pensioenfondsen. Die versoepeling maakt de kans op een verlaging kleiner. Als de dekkingsgraad van PMT op 31 december 2020 90% of hoger is, hoeven de pensioenen volgend jaar niet omlaag. De actuele beleidsdekkingsgraad van PMT was op 31 oktober 91,2%, dus maar krap boven de kritische grens.

 

BPL (www.bplpensioen.nl)

BPL geeft aan dat haar dekkingsgraad te laag is. BPL wil graag weer financieel gezond worden. BPL wil ook in de toekomst zorgen voor een goed pensioen. Er zijn 3 maatregelen die een pensioenfonds dan kan nemen. Daarvan staan er 2 vast voor 2021. Dat heeft het bestuur van BPL besloten. 

Per 1 januari 2021 gaat de pensioenpremie omhoog naar 26,4% (dit was 25%). Ook gaat het opbouwpercentage omlaag naar 1,70% (dit was 1,875%). Dit percentage bepaalt hoeveel pensioen u kunt opbouwen over het salaris dat u verdient. U gaat dus iets minder pensioen opbouwen voor de pensioenpremie die u betaalt.

De meest ingrijpende maatregel is een verlaging van de pensioenen. Daar is nog geen besluit over genomen. Maar het kan zijn dat BPL het pensioen vanaf 1 juli 2021 moet verlagen. Dat hangt af van de stand van de dekkingsgraad van eind december 2020. Ze weten het eind januari 2021 zeker. Als het inderdaad nodig is om de pensioenen te verlagen, krijgt u hierover zo snel mogelijk bericht. De actuele dekkingsgraad van BPL was eind oktober 85,3%. Alleen met een flinke verbetering van de dekkingsgraad in de laatste twee maanden kan verlaging van de pensioenen worden voorkomen.