Uit de praktijk: Boem is ho!

28/12/2020

Als rayonbestuurder begeleid je leden die ondersteuning nodig hebben om iets tot een goed einde te brengen. Daarbij kom je de meest uiteenlopende en soms bizarre zaken tegen. Verhalen in deze rubriek zijn waargebeurd. Ter bescherming van leden zijn sommige details weggelaten en de namen die gebruikt worden verzonnen.

 


We maken het nogal eens mee dat een machinist schade veroorzaakt. Negen van de tien keer volgt er dan een discussie tussen de machinist en de werkgever en soms heeft het verstrekkende gevolgen.

Voor deze “in de praktijk” nemen we Jan als voorbeeld. Waarom Jan? Jan werkt in het grondverzet en maakt veel “kuubs” . Omdat hij zo gefocust is op kuubs maken, gaat hij nogal eens ruw te werk en heeft hij al diverse schades veroorzaakt. Hij doet daar nogal luchtig over, maar zijn collega’s hebben hem de bijnaam BamBam gegeven, omdat hij -net als het kind in de Flintstones- meer beschadigt en sloopt dan goed voor hem is.

En toen veroorzaakte Jan voor de zoveelste keer schade. Hij reed iets te hard achteruit en botste tegen de keet aan. Er zat een groot gat in het raam! Zijn collega’s kwamen aanrennen nadat ze de klap hadden gehoord en inspecteerden samen met Jan de schade. De machine had maar een krasje, maar in de keet  zou het vanaf nu wat frisser zijn. Jan haalde zijn schouders op en ging weer aan het werk.
Maar zijn werkgever vond dat het genoeg was. Niet alleen had Jan weer eens schade veroorzaakt, maar de werkgever moest er bij toeval achter komen. Hij liet Jan op kantoor komen, overhandigde hem een brief en meldde dat hij op staande voet ontslagen was! Jan schrok zich een hoedje en wist van schrik even niet wat te zeggen. Sprakeloos ging hij op weg naar huis en eenmaal daar aangekomen belde hij naar HZC, want hij realiseerde zich dat hij dringend hulp nodig had.

Roekeloos of niet?
Al snel kwam de rayonbestuurder op bezoek, want bij een ontslag op staande voet moet er heel snel gehandeld worden. Jan vertelde wat er was gebeurd en de rayonbestuurder stelde vragen. Jan had het gevoel dat het vuur een beetje na aan de schenen werd gelegd, maar had het volste vertrouwen in de rayonbestuurder en gaf zonder protesten overal antwoord op en uitleg over. Aan het einde van het gesprek gaf de rayonbestuurder een samenvatting.

  • Jan was op staande voet ontslagen na de zoveelste schade te hebben veroorzaakt.
  • Er was geen sprake van opzet, maar onvoorzichtigheid.
  • Jan had geen melding gemaakt van de schade, werkgever moest er bij toeval achter komen.
  • Jan is nooit eerder aangesproken op zijn onvoorzichtige gedrag, alle uitkomsten van zijn functioneringsgesprekken zijn prima.
     

Vervolgens controleerde de rayonbestuurder de arbeidsovereenkomst van Jan om te zien of daar afspraken in stonden over het veroorzaken van schade en de aansprakelijkheid hierbij. Er stond niets in de arbeidsovereenkomst en er waren ook geen schriftelijke bedrijfsregels waar het in stond. De rayonbestuurder legde uit dat dan de Nederlandse wetgeving van toepassing was en dat het heel belangrijk was om diezelfde dag nog een brief naar werkgever te sturen. In die brief zou dan staan dat Jan het niet eens was met zijn ontslag op staande voet en bereid was weer aan het werk te gaan.  Hopelijk was de brief voor werkgever dan aanleiding genoeg om in gesprek te gaan en tot een oplossing te komen, anders zou werkgever moeten bewijzen dat er sprake was van opzet en dat was er volgens de rayonbestuurder op basis van alle beschikbare info niet!

Een goed gesprek met minder goede uitkomst
De rayonbestuurder stuurde zoals afgesproken een aangetekende brief naar de werkgever en voor de snelheid ookper e-mail. Nog geen dag later ging de telefoon: werkgever was bereid om te praten over wat er was gebeurd. Dus ging Jan samen met de rayonbestuurder bij werkgever op gesprek.

Eenmaal in gesprek nam werkgever meteen het initiatief. Hij legde uit dat Jan wel heel vaak schade veroorzaakte en dat deze keer de maat vol was. Hij was tegen de keet gereden waar tijdens pauzes mensen in zaten. Deze keer waren de gevolgen meegevallen, maar het feit dat Jan met zijn gedrag meer schade had kunnen veroorzaken of gevaar voor anderen had kunnen opleveren, was voor werkgever voldoende om geen vertrouwen meer in Jan te hebben. Vooral het feit dat Jan het niet had gemeld en volgens collega’s zijn schouders erover had opgehaald, woog zwaar mee voor werkgever.

De rayonbestuurder begreep het standpunt van de werkgever, maar gaf aan dat Jan nooit op zijn werkgedrag of de door hem veroorzaakte schades was aangesproken en dat er geen sprake van opzet was. Dat Jan alle regels met voeten had getreden was duidelijk, maar het was nog maar de vraag of er genoeg dringende redenen waren om Jan op staande voet te ontslaan. Beide partijen wilden dit niet aan de rechter voorleggen. Gelukkig was de werkgever bereid met zijn hand over het hart te strijken en een regeling te treffen.

Het zweet was Jan uitgebroken tijdens het gesprek. Hij had zelf niets gezegd, maar realiseerde zich wel wat er had kunnen gebeuren. Hij moest er niet aan denken dat één van zijn collega’s gewond was geraakt! Terwijl dat soort gedachtes door zijn hoofd schoten hoorde hij zijn naam noemen. Hij keek op en kreeg te horen dat werkgever en de rayonbestuurder tot overeenstemming waren gekomen, maar dat de keuze aan hem was of hij hiermee in stemde. Hij zei meteen ja. Hij zou wel ontslagen worden, maar niet op staande voet en daarmee was zijn recht op een WW uitkering veilig gesteld. Natuurlijk kreeg hij geen ontslagvergoeding. Het was verdrietig, want hij had leuke collega’s en werkte graag bij het bedrijf, maar Jan besefte ook dat het zijn eigen schuld was en dat hij echt voorzichtiger moest worden. Er waren geen ongelukken gebeurd en het liep met een sisser af, maar hij was wel enorm geschrokken en wakker geschud. Maar vanaf nu zou alles anders gaan. Zijn nieuwe stelregel zou zijn ‘Ik werk veilig, jij ook?’.

 

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl