Analyse over uittreden na 45 jaar werken

29/01/2021

De VCP blijft van mening dat werknemers eerder moeten kunnen stoppen met werken als het fysiek of mentaal te zwaar wordt. Zolang er nog geen beleidskeuzes zijn gemaakt, moet de vrijstelling van de boete voor vervroegd uittreden in tact blijven. Dat zegt de VCP in een reactie op een rapport waarin de mogelijkheden worden onderzocht om bij 45 dienstjaren uit te treden. Het rapport is opgesteld door het ministerie van SZW, onder begeleiding van de sociale partners waaronder VCP.

 

Pensioenakkoord

Het rapport is een uitvloeisel van het Pensioenakkoord uit 2019. Het onderzoek spitst zich toe op de vraag hoe uittreding na 45 jaar werken vorm zou kunnen krijgen en wat de kosten zijn. Het rapport doet geen aanbevelingen, maar zet op een rij welke mogelijkheden (en onmogelijkheden) er zijn, zoals de vraag op welk niveau een regeling tot stand kan komen: landelijk, via een cao of een regeling op maat tussen werkgever en werknemer. Er is alleen naar de directe kosten gekeken. Afhankelijk van de regeling kunnen die oplopen tot 5 miljard per jaar. De opstellers van het rapport gaan er daarbij onder meer van uit dat 20 procent van de 65-jarigen uittreedt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd.

 

Reactie VCP en HZC

“Het is mooi dat er nu een analyse ligt”, zegt VCP-beleidsmedewerker Amerik Klapwijk. “Tegelijk brengt het rapport ook duidelijk naar voren dat het niet gemakkelijk is om een vormgeving te vinden die recht doet aan alle partijen. Ook is helder dat  je niet zomaar kunt terugvallen op databases.” HZC-voorzitter René van der Steen vult aan: “Inderdaad gaan de meeste gegevensbestanden niet zover terug dat onderbouwd kan worden dat iemand al 45 jaar werkt. Toch vindt HZC het belangrijk dat er een regeling komt. We zien met de hogere AOW-leeftijd steeds vaker dat mensen moeite hebben om de AOW gezond te halen. Tegenover de kosten van een 45-jaar werken regeling staan ook kostenbesparingen door minder gebruik van arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsregelingen. HZC vindt het belangrijk als we hiermee kunnen bereiken dat meer mensen gezond aan de periode na hun werkzame leven kunnen beginnen.”

 

Door: VCP/HZC