Ontslag op staande voet

01/08/2017

Met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid per 1 januari 2015 blijft het nog steeds mogelijk om op staande voet ontslagen te worden. Hiermee wordt de arbeidsovereenkomst ‘onverwijld’ (binnen zeer korte tijd, zonder inachtneming van de opzegtermijn) opgezegd. Dit mag alleen, als er sprake is van een dringende reden en deze reden onverwijld medegedeeld wordt.

 

Dringende redenen zijn zodanige daden, gedragingen of eigenschappen van de werknemer, dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat hij de arbeidsovereenkomst laat voortduren. Dringende redenen zijn bijvoorbeeld:

  • misleiding door de werknemer bij de sollicitatie, bijvoorbeeld door het overhandigen van valse getuigschriften.
  • de werknemer blijkt in ernstige mate de geschiktheid te missen voor het werk, waarvoor hij is aangenomen.
  • ondanks waarschuwing geeft de werknemer zich over aan dronkenschap of liederlijk gedrag.
  • de werknemer maakt zich schuldig aan diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven.
  • de werknemer mishandelt, beledigt of bedreigt de werkgever of een collega.
  • de werknemer weigert te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten, die door of namens werkgever worden verstrekt.

Deze situaties brengt met zich mee dat de arbeidsovereenkomst terstond moet eindigen, omdat voortzetting van de arbeidsovereenkomst onaanvaardbaar is. Deze opzegging vindt plaats zonder tussenkomst van het UWV of de rechter en zonder inachtneming van de opzegtermijn. Er bestaat dus ook terstond geen recht op loon meer. Omdat de werknemer verwijtbaar werkloos is geworden, is er ook geen recht op een WW-uitkering. Mogelijk bestaat er wel recht op een Bijstandsuitkering van de gemeente.

 

Aanvechten bij de kantonrechter

Als de werknemer het niet eens is met het ontslag op staande voet, dan moet hij binnen 2 maanden na het moment van ontslag een verzoek bij de kantonrechter indienen om het ontslag te vernietigen. Na 2 maanden kan dit niet meer.

De rechter zal eerst beoordelen of de reden voor ontslag daadwerkelijk dringend was. Als hij de reden niet dringend acht, wordt het ontslag vernietigd en moet de werkgever weer het loon betalen.

Als de rechter oordeelt dat het ontslag wel dringend was, zal hij zich ook uitspreken over de vraag of en in welke mate het de werknemer te verwijten was. Als de werknemer geen (ernstig) verwijt aangerekend kan worden voor de dringende reden, dan kan de rechter uitspreken dat de werkgever toch een transitievergoeding moet betalen.

Tegen de uitspraak van de kantonrechter kan hoger beroep aangetekend worden. De rechter in hoger beroep kan het dienstverband weer herstellen, maar ook in plaats van het herstellen van het dienstverband een billijke vergoeding aan de werknemer toekennen.

 

Vaststellingsovereenkomst

De werknemer, die ten onrechte op staande voet ontslagen is, kan er ook voor kiezen het einde van het dienstverband te accepteren en middels een vaststellingsovereenkomst uit dienst te gaan, waarbij hij aanspraak maakt op het loon over de niet in acht genomen opzegtermijn en de transitievergoeding en eventueel nog een aanvullende billijke vergoeding in het geval de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

 

Op staande voet ontslagen?

Neem meteen contact op met uw rayonbestuurder of met de HZC-Servicedesk via (030) 600 60 70.