VCP over pensioenakkoord: geen ja en geen nee

19/06/2020

HZC- voorzitter Van der Steen blikt terug op bewogen week

 

Op vrijdagochtend 19 juni brengt Gerrit van de Kamp, vice-voorzitter van VCP, naar buiten dat VCP niet zijn jawoord geeft aan het pensioenakkoord. Dat gebeurt na een week van intensief achterbanberaad. René van der Steen kijkt terug op een week met van dag tot dag wisselende informatie.

 

“De VCP zegt geen ja, maar ook geen nee tegen de uitwerking van het pensioenakkoord,” aldus Gerrit van de Kamp. Hij is positief over de nieuwe pensioenregeling en over de voorstellen over de AOW-leeftijd en het nabestaandenpensioen. “Er zijn goede dingen bereikt, er is vertrouwen dat details op deze resultaten positief zullen worden uitgewerkt. Maar het heikele punt van de uitblijvende compensatie noodzaakt ons de minister op te roepen het hele pakket wat er nu ligt te delen met de Tweede Kamer”.

 

Een week eerder kwam naar buiten dat de onderhandelende partijen besloten hadden om de op dat moment voorliggende voorstellen te bespreken met de achterbannen. “Ook toen was al duidelijk dat VCP niet in kon stemmen met de ontoereikende voorstellen over compensatie van de nadelen door de afschaffing van de doorsneeproblematiek”, aldus René van der Steen. “Vanaf dat moment zijn er dagelijks uitgebreide telefoongesprekken geweest, een videoconferentie met de bestuursleden van de aangesloten bonden op dinsdagochtend, een webinar voor de leden van de bonden op woensdagmiddag en meerdere momenten waarop het bestuur van VCP met elkaar sprak.”

 

In het pensioenakkoord van juni 2019 was afgesproken dat er met name voor de groep werknemers van 35 tot 55 jaar een adequate compensatie zou komen, omdat deze door de afschaffing van de doorsneesystematiek tot 10% pensioen tekort zouden kunnen komen. In de voorstellen blijkt dat dit tekort door de meeste pensioenfondsen binnen de eigen middelen kan worden opgelost. Minister Koolmees was van mening dat de resterende problematiek maar door sociale partners binnen de sectoren of zelfs door individuele werknemers in arbeidsvoorwaardenonderhandelingen met de eigen werkgever moesten worden opgelost.

 

“Binnen VCP heb ik duidelijk gemaakt dat je daarmee onze leden in een onmogelijke positie brengt,” aldus Van der Steen. “Binnen HZC zijn er veel leden die niet alleen regelmatig van werkgever, maar zelfs ook van cao wisselen. Dat geldt bijvoorbeeld in het grondverzet (cao’s Bouw & Infra en LEO), maar ook voor de kraanmachinisten, die zowel in de Bouw & Infra als in het Beroepsgoederenvervoer (kraanverhuurbedrijven) werken. Het kan niet zo zijn dat die het met hun werkgever dan maar zelf op moeten lossen.”

 

“Hoewel er op andere vlakken goede resultaten zijn geboekt, bijvoorbeeld ook op het punt van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp-ers, ben ik blij dat VCP donderdagavond eensgezind heeft besloten dat wij niet in kunnen stemmen met een onvoldoende geregelde compensatie”, zegt de HZC-voorzitter, die tot besluit vervolgt: “Anders dan bij FNV is er bij de bij VCP aangesloten bonden en hun leden een breed draagvlak voor de genomen besluiten.” Bij de VCP weegt zwaar dat de minister met zijn standpunt zijn belofte om tot een goede compensatie te komen breekt.

 

“De VCP kan daarom geen ‘ja’ zeggen tegen de uitwerking als geheel,” aldus Gerrit van de Kamp. “Een politieke blokkade laat zich niet oplossen aan de onderhandelingstafel. Daarom legt de VCP dit probleem terug op de plek waar die kennelijk is gecreëerd: bij de politiek. Wij vragen minister Koolmees de uitwerking naar de Kamer te sturen,” vervolgt de vice-voorzitter van VCP, “vergezeld van het VCP compensatieplan, en daarmee de hoofdlijnennotitie publiek te maken. Het is dan aan de minister en de partijen in de Tweede Kamer om te laten zien waar zij voor staan.”