Uit de praktijk: Geen woorden, maar daden….

29/07/2020

Als rayonbestuurder begeleid je leden die ondersteuning nodig hebben om iets tot een goed einde te brengen. Daarbij kom je uiteenlopende en soms bizarre zaken tegen. Verhalen in deze rubriek zijn waargebeurd. Ter bescherming van leden zijn sommige details weggelaten en de namen die gebruikt worden verzonnen.

 

 

Fred is een Rotterdammer in hart en nieren. Geboren en getogen in de wijk Feyenoord is hij ook in hart en nieren fan van zijn cluppie en heeft hij een seizoenkaart om elke wedstrijd in de Kuip, gekleed in het rood-witte shirt, bij te wonen.

 

Fred werkt ook bij een Rotterdamse werkgever. Hij is machinist in het grondverzet en is veelal werkzaam op projecten in de eigen regio. Hij is eigenlijk elke avond op tijd thuis om met het gezin mee te eten. Hij heeft het bij zijn werkgever geweldig naar zijn zin. Het bedrijf is niet al te groot, hij heeft leuke collega’s die graag samenwerken en de eigenaar is ook fervent Feyenoord fan. Op maandag hebben ze steevast een gesprekje om de wedstrijd van het weekend te bespreken. Ze hebben dezelfde mening over de spelers, de trainer en zijn tegen de bouw van een nieuw stadion. Ja, Fred kan prima met zijn werkgever overweg en kan wel een potje breken. Maar dat ook dat zijn grenzen heeft, ontdekte Fred al snel.

 

De laatste weken liep het wat minder lekker bij Fred. Hij had al tijden last van zijn rug en wat hij ook deed, het leek alleen maar erger te worden.  Hij had al bij de bedrijfsarts moeten komen, maar die kon hem niet verder helpen. Hij moest oefeningen doen van de fysiotherapeut om zijn rugspieren te versterken en verder moest het met rust over gaan. Hij mocht vooral niet tillen, lang staan of onverwachte bewegingen maken. Hij moest heel bewust en voorzichtig met zijn rug om gaan, dan zou het allemaal wel weer goed komen.

Fred zat ondertussen al een poosje thuis en vond het verschrikkelijk. Buiten voetbal kijken had hij geen verdere hobby’s dus hij verveelde zich scheel. Elke afleiding was welkom, maar ja: iedereen in zijn omgeving was aan het werk dus er gebeurde niet zoveel. Tot op die bewuste donderdagochtend.

 

Hij kreeg een telefoontje van een vriend. Die had nieuws waar Fred vrolijk van werd. Die vriend had kaartjes bemachtigd voor de bekerwedstrijd van die avond, uit bij Heerenveen. Of Fred mee wilde? Fred hoefde geen tel na te denken en riep meteen ‘ja, graag’. Het was inclusief vervoer met de bus, dus hij hoefde dat lange eind niet zelf te rijden. Dat klonk allemaal geweldig. Een uur later was Fred al onderweg naar de plaats van vertrek en na ’s avonds een hapje gegeten te hebben installeerde hij zich in het Abe Lenstra stadion om van de wedstrijd te gaan genieten. En genieten werd het. Na 15 minuten scoorde Feyenoord en Fred vloog overeind om met alle supporters in het Feyenoord-vak te juichen en dansen. Helaas bleef het bij dat ene doelpunt maar hij heeft de hele avond genoten en eenmaal terug thuis ging hij in opperbeste stemming naar bed. Het was al heel laat, maar ach, hij zat toch in de ziektewet en kon best een uurtje langer blijven liggen.

 

De volgende ochtend werd Fred wakker van de telefoon. Brommend strompelde hij uit bed om op te nemen. Het bleek zijn werkgever. Die vroeg waar hij bleef. ‘Waar ik blijf?’ zei Fred, ‘je weet toch dat ik ziek ben?’ Zijn werkgever maakte in een minuut tijd duidelijk dat Fred maar beter kon zorgen dat hij zich binnen een half uur op kantoor meldde. Dat deed Fred ook en daar had hij voor het eerst een minder leuk gesprek met zijn werkgever. Want als Feyenoord fan had de werkgever de avond daarvoor op televisie naar de wedstrijd gekeken en had Fred volinbeeld op zien springen om te juichen toen Feyenoord scoorde. En, was de conclusie van werkgever, als je naar Heerenveen kunt reizen, kunt springen en juichen en dan weer terug kunt reizen, dan ben je ook prima in staat om te werken. Ja Fred kon wel een portje breken, maar nu was hij te ver gegaan. Werkgever schreef 2 verlofdagen af en gaf duidelijk te kennen dat Fred maandag weer werd geacht te werken en anders hoefde hij helemaal niet meer te komen.

 

Eenmaal thuis belde Fred met zijn rayonbestuurder van HZC en deed zijn verhaal. Of werkgever zomaar verlof in mocht houden? De rayonbestuurder kon hierin heel duidelijk zijn: werkgever had niet zomaar verlof ingehouden. Er zijn regels voor vakantie en verlof tijdens ziekte. Allereerst had Fred iets gedaan wat zijn genezing belemmerde. Ook had hij geen toestemming van de bedrijfsarts om de reis naar Heerenveen te ondernemen en naar de wedstrijd te gaan. Dus eigenlijk had hij daar niet mogen zijn.

Werkgever zag het uitje van Fred als iets waar hij van had genoten en mocht daarom verlofdagen inhouden. Fred kon moeilijk ontkennen dat hij genoten had, want dat had heel Nederland op televisie kunnen zien. Hij zag al snel in dat hij niet mocht mopperen om de reactie van de werkgever. Hij had ook een officiële waarschuwing kunnen krijgen of nog erger.

Maandag was de rugpijn van Fred niet helemaal verdwenen, maar hij is weer aan het werk gegaan. Nadat hij excuses had aangeboden aan zijn werkgever. Die heeft het hem vergeven, maar wel duidelijk gemaakt dat het niet nog een keer moest gebeuren en dat hij maar moest laten zien dat hij spijt had. Die boodschap heeft Fred als echte Rotterdammer wel begrepen: Geen woorden, maar daden zingend, ging hij keihard aan het werk.

 

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl