Uit de praktijk: Opgestaan, plaatsje vergaan…

31/08/2020

Als rayonbestuurder begeleid je leden die ondersteuning nodig hebben om iets tot een goed einde te brengen. Daarbij kom je uiteenlopende en soms bizarre zaken tegen. Verhalen in deze rubriek zijn waargebeurd. Ter bescherming van leden zijn sommige details weggelaten en de namen die gebruikt worden verzonnen.

 

 

Jaap werkt al 17 jaar bij zijn huidige baas. Hij rijdt op een hele grote shovel waarop niemand uit de voeten kan. Jaap wel. Hij manoeuvreert linksom, rechtsom, vooruit, achteruit… het maakt Jaap niet uit. Hij overziet de machine niet en heeft veel dode hoeken, maar op gevoel kan hij lezen en schrijven met zijn machine.

Inmiddels zit Jaap al 2 jaar op hetzelfde project, helemaal in Amsterdam. Een eind rijden elke dag en lange files, maar het project is machtig mooi en er valt veel te doen voor hem en zijn shovel. Of liever gezegd viel….. Want op die bewuste maandagmorgen kwam Jaap nietsvermoedend fluitend aanrijden op het werk. Hij was goedgeluimd, want hij had een heel leuk weekend gehad en het verkeer had die ochtend geweldig meegezeten. Hij had meer dan voldoende energie om er een productieve dag van te maken. Hij stapte uit, pakte zijn koelbox en liep naar de keet. Vrolijk goedemorgen roepend had hij niet in de gaten dat niemand hem aan durfde te kijken. Hij kletste er op los en merkte niet dat niemand iets terug zei. Al pratend liep hij naar de deur om aan het werk te gaan. Hij stak de bouwput over en liep naar de plaats waar hij vrijdag zijn shovel had achtergelaten.

 

Opeens bleef Jaap stokstijf staan. Zijn shovel stond er niet! Razendsnel dacht hij na. Hij ging in gedachten terug naar vrijdag. Ja, hij wist het zeker. Hij had hier zijn shovel neergezet. Opeens kreeg hij een inval! Hij was vrijdag eerder weggegaan. Dat deed hij altijd op vrijdag om geen last te hebben van het weekendverkeer. Zo was hij op vrijdag altijd thuis voordat de piepers op tafel stonden. Waarschijnlijk had één van de jongens hem daarna nog verplaatst. Hij keerde zich op zijn schreden om en liep terug naar de keet. Aan de jongens die daar nog waren vroeg hij of ze wisten waar zijn shovel was. Als antwoord kreeg hij wat gemompel, maar geen duidelijk antwoord. Dus op naar de uitvoerder. Maar ook die beweerde van niets te weten en zei tegen Jaap dat hij maar naar kantoor moest bellen. Jaap snapte er niets van. ‘Hoezo naar kantoor bellen?’ vroeg hij, ‘Weten die dan waar de shovel is?’ Maar de uitvoerder kreeg het opeens erg druk en begon te bellen.

 

Jaap begon nu toch een onaangenaam gevoel te krijgen. Hier klopte iets niet! Hij besloot het advies van de uitvoerder op te volgen en kantoor te bellen. Zoals altijd kreeg hij Anneke, de telefoniste, aan de lijn. Normaal maakte ze een vriendelijk praatje, maar toen ze zijn naam hoorde werd hij meteen doorverbonden. Nog geen 5 seconden later had hij zijn baas aan de lijn. Die vroeg niets maar zei alleen maar dat hij naar kantoor moest komen. Dus Jaap stapte, inmiddels een stuk minder goed gehumeurd, in de auto en reed naar kantoor. Daar zat zijn baas te wachten en toen Jaap binnenstapte zei de baas meteen: ‘Ik heb slecht nieuws voor je. Ik kon de shovel voor een goede prijs verkopen, dus dat heb ik gedaan. Ze kwamen hem vrijdag meteen ophalen. Maar ja, nu ik geen shovel meer heb, heb ik ook geen werk meer voor je. Ik betaal je deze maand en volgende maand nog, maar daarna is het klaar.’ En na die woorden stond Jaap weer buiten. Hij wist niet wat hij moest doen, maar gelukkig wist zijn vrouw dat wel. Ze pakte de telefoon, belde HZC en vertelde wat er was gebeurd. De volgende dag kwam de rayonbestuurder bij Jaap op de koffie, want er moest wel snel gehandeld worden. Ze spraken alles door wat er was gebeurd en met toestemming van Jaap nam de rayonbestuurder  contact op met zijn baas. Jaap zat erbij terwijl er een pittig telefoongesprek  werd gevoerd. De helft van het gesprek ging langs hem heen. Hij ving woorden op als ‘goed werkgeverschap’, ‘ontslagvergoeding’ en opzegtermijn.

 

Jaap vond alles best, wat er ook werd geregeld. Toen de rayonbestuurder het gesprek beëindigd had kreeg Jaap keuzes voorgelegd. Zijn baas had geen werk meer voor de shovel, Jaap kon geen andere machine bedienen. Hij kon wel protesteren, maar uiteindelijk kon hij niemands werk overnemen. Hij kon ook instemmen met beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dan moest hij wel een andere baan zoeken, maar Jaap was niet op z’n achterhoofd gevallen. Hij snapte ook wel dat zijn baas niet blij zou zijn als hij zou volharden in zijn werk terug te willen en daarnaast, hij zou zijn baas nooit meer vertrouwen. Die verkocht gewoon je machine waar je jaren op hebt gezeten.

De rayonbestuurder had nog een ander idee: bellen met het bedrijf waar de shovel aan verkocht was. Dat was nog eens een plan. Er waren tenslotte niet zoveel mensen die met zo’n grote shovel overweg konden op de manier dat Jaap dat kon.

 

Met de belofte van de rayonbestuurder dat er een ontslagvoorstel op papier zou komen sprak Jaap af dat hij achter de koper van de shovel aan zou gaan. Met een beetje rondbellen had hij snel de naam van het bedrijf te pakken en vatte de spreekwoordelijke koe bij de horens. En wat denk je? Het bedrijf vond het geweldig dat hij bij hen wilde komen werken. Ze hadden de kans gegrepen met de koop van de shovel, maar hadden nog niemand die er mee uit de voeten kon.  Wanneer Jaap kon beginnen?

Twee weken later werd Jaap herenigd met zijn shovel. Hij had zijn spaarrekening leuk kunnen spekken omdat HZC had geregeld dat hij de transitievergoeding kreeg, zijn verlofdagen werden uitbetaald maar ook nog eens de opzegtermijn van 4 maanden in zijn ontslagvergoeding mee kreeg. Toen hij dat hoorde moest hij hard lachen: een groot deel van de opbrengst van de shovel was op zijn spaarrekening terecht gekomen en uiteindelijk zat hij toch weer op dezelfde shovel.

Als dat geen reden was om weer elke dag goedgeluimd naar het werk te gaan!

 

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl