5e Pensioennieuwsbrief: Nieuwe stappen voor herziening pensioenstelsel

07/10/2020

De Tweede Kamer is alweer enige tijd terug van reces. Dat betekent dat de komende maanden nieuwe stappen worden gezet voor de herziening van ons pensioenstelsel. In deze pensioennieuwsbrief praten we u graag bij over wat dat betekent en hoe de VCP dit proces ingaat.

 

Korte terugblik: geen ja en geen nee

Voor het zomerreces is de uitwerking van het Pensioenakkoord afgerond. Op 12 juni gaf minister Koolmees aan dat de gesprekken ten einde waren. De VCP heeft na raadpleging van de achterban besloten geen ja maar ook geen nee te zeggen tegen het geheel van resultaten dat op dat moment op tafel lag.
Dit standpunt neemt de VCP nog steeds in. Een aanzienlijk deel van de uitwerking, zoals de inrichting van het nieuwe pensioencontract, kunnen wij onderschrijven. Zoals bekend voldoet de compensatie van de afschaffing van de doorsneesystematiek voor ons echter niet aan de doelen. Voor te veel mensen blijft de vraag of zij op adequate compensatie kunnen rekenen in het ongewisse.
Wij hebben in de aanloop naar het Tweede Kamerdebat over de hoofdlijnennotitie actief bij het parlement gelobbyd om andermaal aandacht te vragen voor de compensatie en voor de oplossing die de VCP hiervoor zelf heeft aangedragen. Helaas hebben we daar de handen niet voor op elkaar gekregen.

 

Doelen

Dat de compensatie op een andere manier wordt vormgegeven dan de VCP had voorgesteld is nu een gegeven. Maar de afgesproken doelen staan nog steeds overeind. De invulling van de compensatie is zeer minimaal in de hoofdlijnennotitie opgeschreven, en er is nog veel verdere invulling in de stap naar wetgeving vereist. Wij zullen deze omzetting dan ook kritisch blijven toetsen. Met de grote herziening van het pensioenstelsel waar wij nu aan werken moeten wij weer tientallen jaren vooruit kunnen. Daarom staan de doelen ook op de andere vlakken nog steeds als een huis en de VCP zal ook in het verdere proces scherp waken dat daar niet van af wordt bewogen.

 

Het contract

Anders dan in het huidige stelsel zal de rekenrente geen rol meer spelen en gaat de pensioenuitkomst meer meebewegen met de economie. Dat betekent dat de pensioenen in de toekomst eerder omhoog kunnen, maar in slechte tijden ook omlaag. Het stelsel wordt ook persoonlijker: het persoonlijk pensioenvermogen ligt aan de basis van de pensioenverwachting. Daarmee verdwijnt de toezegging van de uitkering, zoals we die nu nog kennen. Er is veel tijd besteed aan het nieuwe contract. Daarmee hebben wij goede hoop dat het vervolgtraject weinig verrassingen zal opleveren. En wanneer in het vervolgtraject wel onwenselijkheden nog boven komen, dan zullen daar oplossingen voor gevonden moeten worden zodat het geheel weer in lijn met de doelen wordt gebracht.

 

2021 – 2026

In verband met de economische crisis is in juni afgesproken de pensioenen ook aan het einde van dit jaar minder snel te korten. Pensioenfondsen met een dekkingsgraad boven de 90 procent hoeven de pensioenen in 2021 niet te verlagen. Of deze maatregel afdoende is zal moeten blijken. Nu al hebben sommige pensioenfondsen moeite hun dekkingsgraad boven die 90 procent te houden. Het is aan de minister om de kortingsgrens voor het komende jaar eventueel verder aan te passen.
Voor de langere termijn, de periode naar 2026 toe, heeft de VCP afgesproken met alle relevante partijen in overleg te gaan om te komen tot een ingroeipad, dat als doel heeft dat pensioenfondsen op een verantwoorde, uitlegbare en evenwichtige wijze kunnen overstappen naar het nieuwe stelsel. Helaas was het in juni niet mogelijk hierover concreet te worden, vorige maand heeft de minister de Kamer hierover in een brief geïnformeerd. De VCP heeft grote zorgen over dreigende kortingen bij veel gepensioneerden, en over de steeds groter wordende druk om premies te verhogen of de opbouw te verlagen. Wij willen in de periode naar 2026 schokken in uitkeringen, opbouw en premies voorkomen met perspectief voor de deelnemers. Met andere woorden: een soepele overgang.

 

Zorgen op de korte termijn

Op de korte termijn vraagt de VCP aandacht voor de fondsen die nu de premie en opbouw moeten vaststellen voor de komende 5 jaar. Die fondsen staan voor de zeer onwenselijke situatie dat zij en hun sociale partners langjarige keuzes moeten maken, zonder dat er helderheid is over de (on)mogelijkheden die het ingroeipad zal bieden. Wij vragen de minister op zeer korte termijn helderheid en ruimte te geven aan fondsen om zich, vanuit de wetenschap dat aan een ingroeipad gewerkt wordt, zich niet langjarig te moeten vastleggen op basis van de huidige omstandigheden. Deze duidelijkheid moet er op heel korte termijn komen, omdat dat voor de interne guidance-processen (afstemming cao-tafel, verantwoordingsorgaan en bestuur) en gedegen afstemming tussen de diverse betrokken gremia anders te laat is.

 

‘Bijzettafel’

Eerder was al afgesproken de AOW leeftijd te bevriezen op 66 jaar en 4 maanden in 2020 en 2021, daarna stijgt de AOW-leeftijd geleidelijk naar 67 jaar in 2024. Voor mensen met een zwaar beroep wordt het (fiscaal) makkelijker om eerder te stoppen met werken, zonder dat de werkgever te maken krijgt met de zogeheten RVU-boete. Voor zelfstandigen moet het aantrekkelijker worden om voor een pensioen te sparen. Voor zover dat nog niet heeft plaatsgevonden moeten ook deze elementen hun beslag krijgen in wetgeving. Overigens heeft de VCP er onlangs voor gepleit dat ook verlaging van de AOW-leeftijd mogelijk moet zijn als de levensverwachting door de coronasterfte daalt. Een koppeling aan de levensverwachting werkt immers twee kanten op.

 

Vooruitblik

Er is nog veel werk aan de winkel voordat het nieuwe pensioenstelsel in 2026 ingaat. De minister zal periodiek om de tafel gaan met de werknemers- en werkgeversorganisaties waaronder natuurlijk de VCP. De resultaten van de uitwerking zullen de komende tijd in wetgeving worden omgezet. Daar wordt nu hard aan gewerkt en de VCP zal daarbij een constructief kritische houding aannemen. De VCP zal vanzelfsprekend input leveren op de consultatierondes, die naar verwachting eind oktober gepland staat. Daarover zullen wij u te zijner tijd nader informeren. In 2022 moet het wetgevingstraject helemaal klaar zijn.

 

Bron: VCP