Pensioenbedrag ineens: VCP pleit voor hulplijn vanuit overheid

15/10/2020

Wie die een deel van het pensioen in een keer wil opnemen, moet goed doordrongen zijn van de gevolgen. Mensen mogen niet het risico lopen dat hun latere pensioen hierdoor te laag uitvalt, waardoor ze niet meer kunnen rondkomen. Het opnemen van een bedrag ineens zou alleen mogelijk moet worden onder strikte voorwaarden, vindt de Vakcentrale voor Professionals (VCP). Om vervelende situaties voor te zijn moet er een hulplijn komen, waar mensen vooraf precies in kaart kunnen brengen wat een en ander voor hen concreet betekent.

 

Belasting en toeslagen

Dit zegt de VCP in reactie op een consultatie via internet over het kabinetsvoorstel om een pensioenbedrag in een keer op te kunnen nemen. Over deze regeling zijn afspraken gemaakt in het Pensioenakkoord. De VCP vindt dat mensen goed moeten weten waar ze aan beginnen. Zo moeten ze belasting betalen over het geld dat ze in een keer ontvangen en dat kan vanwege ons progressieve belastingstelsel flink oplopen. Voor veel groepen is het financieel dus helemaal niet verstandig een bedrag ineens op te nemen, omdat het voornamelijk de belastingdienst spekken is. Bovendien lopen ze kans dat ze toeslagen mislopen omdat hun bruto-inkomen éénmalig hoger is. “Veel mensen zijn zich daar niet van bewust. Daarom zeggen wij: bezint eer ge begint!”, zegt VCP-beleidsmedewerker Klaartje de Boer.

 

Zorgplicht overheid – advies op maat

Volgens de VCP is het voor pensioenuitvoerders ondoenlijk om de gevolgen per deelnemer precies in kaart te brengen. Zij beschikken niet over alle financiële gegevens van een deelnemer en mogen op grond van de wet alleen informeren en niet adviseren. Vanuit privacy-oogpunt is dit ook niet wenselijk, zegt de VCP. De Boer pleit daarom voor het instellen van een speciale hulplijn, bijvoorbeeld bij de Belastingdienst of de SVB, of een andere onafhankelijke overheidsinstantie met totaal inzicht in de financiële positie van een deelnemer. “Daar krijgen mensen tot achter de komma te horen wat een bedrag ineens voor hen betekent.” Hier ligt volgens de VCP vanuit zorgplicht een belangrijke rol voor de overheid.

 

Keuzemogelijkheden beperken

De VCP vindt dat het opnemen van de lumpsum alleen mogelijk moet zijn op de dag dat iemand volledig met pensioen gaat. Ook moeten de keuzemogelijkheden over de hoogte van het lumpsumbedrag worden beperkt, namelijk tot 5 of 10 procent van het opgebouwde pensioen. De VCP vindt verder dat het opnemen van een bedrag ineens niet gecombineerd mag worden met soortgelijke pensioenregelingen die er al zijn. Zo is het nu al mogelijk dat gepensioneerden in de eerste jaren iets meer uitgekeerd krijgen en in de jaren daarna wat minder. “Wie daar gebruik van maakt, mag van ons betreft niet in aanmerking komen voor een bedrag ineens”, zegt De Boer. Dit omdat dit een te grote aanslag pleegt op het resterende levenslange pensioen.

 

Solidariteit

De VCP wijst er verder op dat bij veel gepensioneerden verschillende pensioenuitvoerders in het spel zijn. De Boer: “We moeten ervoor waken dat iemand bij de ene uitvoerder een bedrag ineens kiest en bij de ander een deel van het pensioen naar voren haalt. Dat moeten we gewoon niet willen want het wordt veel te complex. Het zal tot foutgevoeligheid en hoge kosten leiden en deelnemers zullen de financiële consequenties niet meer overzien”. De VCP is tegen verregaande vormen van keuzevrijheid bij pensioenen, omdat dat ten koste kan gaan van de collectiviteit en solidariteit, de ankers binnen ons pensioenstelsel.

 

Rekenvoorbeeld

Iemand ontvangt in een jaar 16.400 euro AOW en 10.800 aanvullend pensioen. Een bedrag ineens komt neer op 20.000 euro. Doordat het bruto-inkomen nu hoger uitvalt, gaan belasting (9100 belasting in plaats van 1800 euro) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (2700 euro in plaats van 1600 euro) fors omhoog en betaalt deze persoon bijna de helft van het lumpsumbedrag aan belasting. Het besteedbaar inkomen wordt dat jaar eenmalig 32.600 euro (tegen 22.600 zonder bedrag ineens). De persoon krijgt dat jaar geen huurtoeslag en zorgtoeslag, dus dat dient ook nog in mindering gebracht te worden op het eindplaatje. In de jaren erna houdt hij 22.600 euro over (dat zou anders 22.900 zijn geweest). Dit verschil lijkt niet heel groot, maar komt voornamelijk omdat in het rekenvoorbeeld er vanuit wordt gegaan dat deze deelnemer een huurhuis heeft. Is dat niet het geval houdt deze persoon nog maar 22.000 euro over en gaat zijn pensioen 600 euro naar beneden.

Kortom een bedrag ineens lijkt aantrekkelijk, maar de praktijk wijst in veel gevallen anders uit en mensen kunnen geen overwogen besluit nemen zonder gedegen financieel advies.

 

Bron: VCP