Levensloopregeling, het laatste jaar!

03/05/2021

Sinds 1 januari 2012 was de levensloopregeling al niet meer beschikbaar voor nieuwe deelnemers. En voor bestaande deelnemers gold een overgangsrecht. Dit overgangsrecht eindigt per 31 december 2021. Dat kan gevolgen hebben voor onder meer jouw belasting en eventuele toeslagen.

 

Heb je een levensloopregeling die gestart is vóór 1 januari 2012 en val je onder het overgangsrecht? Dan kun je daarmee nog belastingvrij sparen tot uiterlijk 31 oktober 2021. Of tot een eerdere datum waarop je de AOW-leeftijd bereikt of je ouderdomspensioen of prepensioen ingaat.

Het spaartegoed van de levensloopregeling was bedoeld om inkomen te hebben als je onbetaald verlof neemt bij uw werkgever. Heb je nog een spaartegoed op de dag waarop je de AOW-leeftijd bereikt of je ouderdomspensioen of prepensioen ingaat? Dan moet je over dat tegoed belasting betalen.

Mocht je levensloop hebben gespaard om vervroegd met verlof te kunnen gaan, dan adviseren wij je uiterlijk in september 2021 met de regeling aan te vangen. Als de regeling via je werkgever kan worden uitgekeerd, dan kan hij de levensloopkorting nog op de bruto-netto uitbetaling verrekenen voor zover dat recht dat in de laatste maanden van dit jaar toelaat.

Het eventuele niet benutte deel aan levensloopkorting zou dan bij de belastingaangifte over 2021 alsnog verrekend kunnen worden.

Mocht je geen gebruik maken van de levensloopregeling, dan valt je tegoed eind dit jaar ineens vrij.

Heb je op 1 november 2021 nog een levenslooptegoed bij je levensloopinstelling (bank, verzekeraar of beleggingsinstelling)? Dan zal deze instelling dit tegoed eind 2021 aan je uitkeren.

 

Belasting betalen over de uitkering 

Je levensloopinstelling houdt de loonbelasting in op je uitkering maar heeft nog geen rekening gehouden met heffingskortingen. In je aangifte inkomstenbelasting 2021 wordt dit voor je berekend. Je hoeft geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te betalen.

De levensloopverlofkorting is in 2021 maximaal € 223 (€ 219 in 2020 en € 215 in 2019) per jaar dat je hebt gespaard voor de levensloopregeling in de periode 2006 tot en met 2011.

Als je na 2011 nog spaart voor de levensloopregeling, tellen die jaren niet meer mee voor de berekening van de levensloopverlofkorting.

 

Let op!
De uitkering van je levenslooptegoed kan gevolgen hebben voor je toeslagen en heffingskortingen in 2021. Want door deze uitkering wordt je inkomen in 2021 hoger. Geef deze wijziging tijdig door via Mijn toeslagen.

 

Bron: Belastingdienst

 

Vragen? Stel ze gerust aan de HZC-Servicedesk via 030-6006070 of servicedesk@hzc.nl.