Uit de praktijk: Stress? Nee hoor, ik heb het druk…

18/11/2021

Als rayonbestuurder begeleid je leden die ondersteuning nodig hebben om iets tot een goed einde te brengen. Daarbij kom je de meest uiteenlopende en soms bizarre zaken tegen. Verhalen in deze rubriek zijn waargebeurd. Ter bescherming van leden zijn sommige details weggelaten en de namen die gebruikt worden verzonnen.

Jos heeft het druk. Als kind was hij altijd al een druk mannetje. Niet in de zin van nadrukkelijk aanwezig, maar altijd bezig met meerdere dingen. Als kleuter keek hij een tekenfilm tijdens het bouwen van zijn Lego fort. Als puber had hij muziek aan onder het huiswerk maken en hield ondertussen ook zijn social media in de gaten. Toen hij begin 20 was had hij zijn eerste huis en was daarin aan het klussen als hij maar even niet hoefde te werken. Nu was hij vader van 2 jonge kinderen, had een lieve maar pittige vrouw, een gezellige familie en een grote vriendenkring. En natuurlijk werkte hij hard, want een gezin hebben was een hele verantwoordelijkheid.

De laatste tijd zat Jos wat minder lekker in zijn vel. Hij sliep slecht en was continu moe. Zijn vrouw zei steeds dat hij naar de dokter moest gaan, maar als hij eerlijk was naar zichzelf dan wist hij wel waar het door kwam. Dat hij het druk had was hij wel gewend, maar deze keer had hij toch iets te veel op zijn bordje liggen. Zijn ouders waren aan het tobben met hun gezondheid en hadden wat extra aandacht nodig. Een goede vriend had hem gevraagd te helpen met een verbouwing en natuurlijk had hij ja gezegd. Een andere goede vriend ging trouwen en hij was ceremoniemeester. Hij moest een aantal zaken in goede banen leiden maar ook een vrijgezellenavond organiseren. En wat het zwaarst woog was dat de bovenverdieping van zijn huis een beetje leek op een woning uit ‘Help mijn man is klusser’ en daar moest nodig iets aan gebeuren. Ze konden al weken niet fatsoenlijk douchen en als de badkamer niet klaar was dan kon hij ook niet aan het fatsoeneren van de slaapkamers beginnen. Maar hij kwam er maar niet aan toe om thuis aan de slag te gaan. Zijn vrouw begon –terecht – steeds vaker te vragen wanneer hij nou eindelijk de badkamer eens afmaakte. Ondertussen wilde zijn werkgever dat hij extra uren draaide want er waren geen nieuwe collega-machinisten te vinden en het werk stapelde zich op. En daardoor sliep Jos slecht. Hij overzag het allemaal niet meer en lag ’s nachts te bedenken hoe hij het moest gaan aanpakken.

Maar Jos kreeg het niet op een rijtje. Hij ging zich steeds beroerder voelen, at slecht en soms zelfs helemaal niet. Hij had geen tijd om te eten en als hij tijd had, had hij geen trek. Zijn humeur leed eronder en hij was al een paar keer uitgevallen naar andere mensen zonder dat daar echt aanleiding voor was. Hij had zelfs geen energie meer om aandacht aan zijn kinderen te besteden. Hij wilde zich niet ziekmelden want het was al zo druk op het werk en als hij thuis zou zitten begon zijn vrouw natuurlijk over de badkamer. Bovendien was hij niet ziek. Hij had het alleen druk. Te druk. Tot het echt niet meer ging en Jos zich toch maar afmeldde voor het werk.

Omdat hij problemen verwachtte op het werk nam hij contact op met HZC. Een paar dagen later stond de rayonbestuurder bij hem op de stoep en tijdens een bak koffie legde Jos uit hoe hij zich voelde. Tot zijn stomme verbazing kreeg hij het gevoel dat de rayonbestuurder begreep wat er met hem aan de hand was. Hij overzag dingen inderdaad niet meer en draaide voor zijn gevoel in kringetjes rond, beaamde hij de vragen van de rayonbestuurder. En hij was inderdaad niet gewoon moe, maar elk sprankje energie ontbrak.

De rayonbestuurder legde uit dat het belangrijk was dat hij toch naar de huisarts ging en ook een gesprek met de bedrijfsarts zou aanvragen om uit te leggen wat er aan de hand was. Want 2 weken thuisblijven was niet de oplossing en zou hem niet verder helpen.

Drie weken later belde de rayonbestuurder naar Jos om te vragen hoe het met hem was. Jos vertelde dat hij bij de huisarts was geweest en die constateerde dat hij een burn-out had. Daarna was hij bij de bedrijfsarts geweest en die kwam tot dezelfde conclusie. Vervolgens was hij doorgestuurd naar een psycholoog die gespecialiseerd was in behandeling van een burn-out. Die had allereerst uitgelegd dat een burn-out betekende dat je niet meer in balans bent. Dat altijd maar druk zijn stress met zich meebrengt en dat het belangrijk is dan ook regelmatig echt te ontspannen. ‘En’, vertelde Jos, ‘het klinkt misschien raar maar ik moet gaan wandelen of sporten terwijl ik zo moe ben, maar het schijnt echt te helpen.’ Met de plechtige belofte zich aan deze opdracht te gaan houden en in contact te blijven, werd het gesprek beëindigd.

De rayonbestuurder hoorde weken niets van Jos en toen de weken maanden dreigden te worden, ging opeens de telefoon. Jos belde en vertelde met opgewekte stem dat het stukken beter met hem ging, ook al was hij er nog lang niet. Hij had goede gesprekken met de psycholoog, maakte lijstjes met ‘wat te doen’ zodat het minder druk was in zijn hoofd en hij had zelfs al een keer ‘nee’ gezegd toen iemand hem om hulp vroeg. Hij was zich gaan realiseren dat hij altijd ‘ja’ zei omdat hij aardig wilde zijn, maar hiermee uiteindelijk onaardig naar zichzelf was geweest. Hij kon anderen de schuld niet geven van zijn burn-out, maar hij had er wel met mensen over kunnen praten. Ook dat was hij in opdracht van de psycholoog gaan doen en tot zijn grote verbazing was zijn werkgever opgelucht met dit gesprek.  Die had wel gedragsveranderingen bij Jos gezien, en was blij nu te weten waar dat door kwam. Hij had Jos plechtig beloofd hem te gaan helpen. Sterker nog, de werkgever ging nadenken over ontspanning op en tijdens het werk, want meer mensen zouden hier wel eens last van kunnen hebben. Hij was Jos eigenlijk dankbaar dat hij dit bespreekbaar had gemaakt, want hiermee kon het bedrijf een hoop problemen voorkomen.

Jos is nog steeds niet de oude en heeft ook al een kleine terugval gehad, maar realiseert zich dat herstellen van een burn-out tijd nodig heeft. Tijd die hij zich vroeger niet gunde, maar dat is bij Jos in ieder geval al veranderd.

 

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl