Uit de praktijk: Van grondwerker naar afvalheld

17/03/2022

Als rayonbestuurder begeleid je leden die ondersteuning nodig hebben om iets tot een goed einde te brengen. Daarbij kom je de meest uiteenlopende en soms bizarre zaken tegen. Verhalen in deze rubriek zijn waargebeurd. Ter bescherming van leden zijn sommige details weggelaten en de namen die gebruikt worden verzonnen.

Lowie is al jaren grondwerker bij een kleine aannemer. Hij doet dit werk al van jongs af aan, maar waar hij vroeger met groot gemak uit zijn machine klom om dingen met de hand te doen, kost het hem steeds meer moeite om de zware onderdelen van het werk vol te houden. Jaren geleden waren er foto’s van zijn rug gemaakt en had hij te horen gekregen dat hij beter voor zichzelf moest zorgen. Maar ja, dat was makkelijk gezegd door iemand achter een bureau. In zijn werk was het echt onmogelijk om daar rekening mee te houden. Zijn lichaam vertoonde slijtage, maar met zijn sterke wilskracht bereikte hij ook veel. Dus had hij zijn schouders opgehaald en gedacht 'Ach ik zie het wel'. Tot hij merkte dat het echt niet meer ging en zich ziekmeldde.

Deze keer was de boodschap van de dokter dringender. Hij mocht het werk wat hij deed niet meer doen. Als hij op dezelfde manier door zou gaan, liep hij het risico dat hij op z’n oude dag niet meer pijnvrij van zijn pensioen kon genieten.  Behoorlijk overstuur was Lowie thuisgekomen en had het verhaal aan zijn vrouw verteld. Waarop zijn vrouw meteen zei: ‘misschien moet je even met HZC bellen om te vragen of zij iets voor je kunnen doen’. Na in het kort de situatie uitgelegd te hebben aan een medewerker van de servicedesk, kreeg hij bezoek van de rayonbestuurder. Op diens dringende verzoek was ook zijn vrouw bij het gesprek aanwezig en met zijn drieën zaten ze om de eettafel. Na een kort gesprek over ditjes en datjes om elkaar beter te leren kennen zei de rayonbestuurder ‘Vertel eens precies wat er met je aan de hand is, want het is duidelijk dat het niet goed gaat’.

In korte bewoordingen vertelde Lowie wat de dokter hem had gezegd. En na zijn korte verhaal haalde hij de schouders op en zei ‘Tja, wat moet ik nu’. Maar al snel begreep hij waarom ook zijn vrouw erbij was gevraagd. Want toen de rayonbestuurder vroeg hoe zij hiernaar keek, kwam ze met een uitgebreid verhaal met allemaal voorvallen over hoe Lowie van zijn werk was thuisgekomen wanneer het echt niet meer ging. En hij op wilskracht toch weer aan het werk ging. ‘Alsof zijn werkgever belangrijker was dan zijn lichaam’, eindigde zijn vrouw haar relaas.

Hoe dan ook, Lowie had nu geen keuze meer. Hij mocht zijn werk niet meer doen maar was ook nog te jong om te stoppen met werken. Zijn werkgever was wel geschrokken en had aangegeven te willen helpen, maar had geen idee hoe. Vrij snel kwam de rayonbestuurder met het idee om met de werkgever erbij om de tafel te gaan zitten om te kijken wat er mogelijk was. Gewapend met het telefoonnummer van de werkgever ging de rayonbestuurder naar huis, met de belofte om diezelfde week nog contact te zoeken.

Twee weken later zaten ze bij de werkgever. Een vriendelijke, goedmoedige man die ooit voor zichzelf begonnen was en door drukte mensen was gaan aannemen om het werk aan te kunnen. Hij had nog nooit met zo'n situatie als deze te maken gehad, maar vond het verschrikkelijk voor Lowie. Een onderzoek van een arbeidsdeskundige had uitgewezen dat Lowie best nog wel chauffeur kon zijn als er maar een goede stoel zou zitten in de vrachtwagen, hij niet te veel in en uit hoefde te klimmen en hij niet hoefde te sjouwen. Toen daarover gesproken werd kwam de werkgever met een idee.  ‘Ik heb contacten bij het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf en wellicht hebben zij iets voor je, zei hij.

Afgesproken werd dat werkgever met het afvalverwerkingsbedrijf contact op zou nemen. Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt gingen dingen opeens razendsnel. Twee dagen later wilde de directeur van het afvalverwerkingsbedrijf kennismaken met Lowie en was er al snel van overtuigd dat Lowie prima binnen de groep zou passen. De directeur had wel een eis. Hij wilde graag het risico op langdurige of definitieve arbeidsongeschiktheid beperken, dus moest Lowie beloven goed voor zichzelf te zorgen en tijd te besteden aan het ontwikkelen van zichzelf zodat hij ook op andere plaatsen inzetbaar zou worden. Als Lowie daartoe bereid was, zou de directeur hem verder helpen.

In eerste instantie sputterde Lowie nog wat tegen maar naarmate het gesprek vorderde vond hij het wel aantrekkelijke klinken. Op een vrachtwagen zitten, met mooi weer het raampje open en bij koud weer het kacheltje aan. Want aan hem was voorgehouden dat hij in een vrachtwagen mocht rijden met zo'n automatisch systeem, waardoor hij niet uit hoefde te stappen maar de containers gewoon vanzelf door die wagen werden opgepakt.

De directeur wilde ook graag nog even contact met de rayonbestuurder van HZC. Daar werd namelijk aan verzocht om het een en ander op papier te regelen op een manier die voor alle partijen prettig was. Afgesproken werd dat Lowie voor de duur van zes maanden gedetacheerd zou worden naar het afvalverwerkingsbedrijf. Zo konden zij kijken of hij geschikt was voor het werk zonder risico te lopen en moest Lowie laten zien dat hij zich aan de afspraken zou houden. Als na zes maanden alles goed was verlopen kon Lowie in dienst treden bij zijn nieuwe werkgever. Lowie vond het allemaal wel eng, maar toen hij hoorde dat hij gewoon lid mocht blijven van HZC vond hij dat wel een geruststelling. Dus besloot hij ervoor te gaan en een paar dagen daarna begon Lowie aan zijn nieuwe baan. Na drie weken ging de telefoon bij de rayonbestuurder. Lowie riep enthousiast: ‘Ik wilde even zeggen dat ik het helemaal geweldig vind. Ik heb collega's die van een geintje houden, bewoners maken graag een praatje omdat ze blij zijn met hun lege container en het werk is helemaal niet zwaar, zeker niet voor mijn rug. En weet je, binnenkort ben ik een held. Dan is de week van de afvalhelden en worden we allemaal in het zonnetje gezet! Is dat niet geweldig?’

 

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl