Uit de praktijk: Vrijwillig is beter dan moeten!

13/06/2022

Als rayonbestuurder begeleid je leden die ondersteuning nodig hebben om iets tot een goed einde te brengen. Daarbij kom je de meest uiteenlopende en soms bizarre zaken tegen. Verhalen in deze rubriek zijn waargebeurd. Ter bescherming van leden zijn sommige details weggelaten en de namen die gebruikt worden verzonnen.

Bram is altijd een opgewekte, hardwerkende man geweest. Als shovelmachinist werd hij half Nederland doorgestuurd, want overal was werk voor hem. En omdat hij altijd goed geluimd was en niet te beroerd een tandje bij te zetten, was er altijd vraag naar hem. Hij was gewend zich collegiaal op te stellen. Hadden de jongens ergens mankracht bij nodig, dan klom Bram uit zijn shovel om te helpen sjouwen, duwen of trekken. Hij gooide zelf handmatig zijn shovelbak vol stenen als dat nodig was, want hij was beresterk en kon de hele wereld aan. Dat laatste gold helaas niet voor zijn werkgever. Die probeerde al het werk binnen te halen van achter zijn bureau. Van acquisitie en netwerken had de beste man nog nooit gehoord. Het gevolg was dat er steeds minder werk was en toen er echt geen nieuwe klus meer in het vooruitzicht was, werd het faillissement aangevraagd. De werkgever bleek grote schulden te hebben en Bram stond op straat. Hij kon zich gaan melden bij het UWV. Met behulp van HZC had hij WW aangevraagd en nu moest hij gaan solliciteren.

 

Kink in de kabel

Na 3 maanden was het Bram nog steeds niet gelukt om een nieuwe baan te vinden. Hij maakte zich nog niet echt zorgen, maar al snel kwam er een nog grotere kink in de kabel. Hij werd ’s morgens vroeg wakker met een barstende koppijn. Hij nam wat paracetamol en ging terug naar bed, maar de koppijn leek alleen maar erger te worden. Ook de dagen daarna ging de pijn niet weg en Bram besloot naar de huisarts te gaan. Die bekeek en beluisterde wat dingen, stelde vragen en stuurde Bram naar het ziekenhuis. Daar bleek al snel dat Bram een klein herseninfarct had gehad. Dat was even schrikken, maar na een paar dagen mocht hij gelukkig weer naar huis. Helaas voor Bram herhaalde de situatie zich en kreeg hij nog een paar keer een infarct. Niet heel groot, maar wel met restschade. Hij kon zich niet meer zo goed concentreren en was ontzettend vergeetachtig. Met regelmaat zelfs compleet in de war. Hij bleef kwakkelen en uiteindelijk was hij twee jaar ziek. HZC hielp hem met de WIA-aanvraag en hij werd gekeurd door een verzekeringsarts. Veertig procent afgekeurd, was het bericht. Het UWV dacht dat zijn situatie nog wel zou verbeteren en hij kon best nog ergens aan de slag. Bram vond het allemaal best. Hij voelde zich nog steeds niet goed. Hij had langzaam maar zeker steeds meer het hoofd laten hangen en kon de energie niet opbrengen om er tegenin te gaan.

 

Van huisarts naar specialist

Daar dacht HZC anders over! Bram kreeg bezoek van de rayonbestuurder die hem heel duidelijk uitlegde wat deze uitkomst voor hem betekende. Hij moest het grootste deel van de week aan de slag, want zijn WIA-uitkering was te laag om van te leven. Maar werken kon hij nog niet en het was maar de vraag of het zou verbeteren. De rayonbestuurder vergeleek de verzekeringsarts met de huisarts: een goede dokter die met alle klachten een beetje bekend is. Als je bezwaar aantekent, dan krijg je te maken met iemand die veel ervaring had met jouw specifieke klachten. Eigenlijk een specialist, volgens de rayonbestuurder. Dus HZC vond dat er bezwaar gemaakt moest worden. Bram hoefde niets te doen: dat deed HZC voor hem! En inderdaad: Bram werd gezien door een arts die bekend was met zijn klachten en twijfelde of er wel herstel zou optreden. Hij woog ook de leeftijd van Bram mee: nog een paar jaar en hij mocht met pensioen. Uiteindelijk was de uitkomst dat Bram niet volledig werd afgekeurd, want daar was hij nog te goed voor, maar het percentage werd opgehoogd naar zeventig procent van zijn laatst verdiende loon. Dat betekende dat hij dezelfde uitkering had als in de WW en er dus niet op achteruit ging.

 

Sollicitatieplicht

Vervolgens zag Bram het volgende probleem opdoemen: hij moest nu gaan solliciteren terwijl hij bijna niets meer kon. Wie wilde iemand van zijn leeftijd nou een baan geven voor anderhalve dag per week? Niemand toch? Maar ook daar wist HZC een oplossing voor.

Er werd contact opgenomen met de vrijwilligersbank en samen met Bram werd gezocht naar een vrijwilligersbaan die bij hem paste en die hij lichamelijk en geestelijk kon volhouden. Het UWV zag het gekozen vrijwilligerswerk als een rol met een maatschappelijke betekenis en dus werd Bram van zijn sollicitatieplicht ontheven.

Hij kwam terecht in het plaatselijke verzorgingstehuis om hand- en spandiensten te verrichten op technisch gebied. Bram vond het geweldig! Dat thuis zitten zonder vooruitzichten had hem wat moedeloos gemaakt en nu maakte hij zich nuttig. Binnen een paar maanden was hij een populaire vrijwilliger omdat hij altijd goed geluimd was en bereid een tandje bij te zetten. Hij had zoveel plezier in het vrijwilligerswerk dat hij steeds meer ging doen. Want dit vrijwillig doen, was toch stukken leuker dan iets anders moeten!

 

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met de HZC Servicedesk via 030-6006070 of mail naar servicedesk@hzc.nl

Lees ook eens het artikel 'Hoe jij met vrijwilligerswerk de regie weer pakt over je leven na arbeidsongeschiktheid'.