Bouwvrijstelling is van tafel: wat betekent dat?

16/11/2022

Op 2 november jl. werd door de Raad van State de uitspraak gedaan dat de bouwvrijstelling niet gebruikt mag worden bij bouwprojecten. De bouwvrijstelling dateert van 1 juli 2021 en is ingevoerd om in de bouwfase van bouwprojecten geen rekening te hoeven houden met stikstofuitstoot. Alleen voor de gebruiksfase van bouwprojecten moest voor de vergunningverlening een berekening van de stikstofuitstoot gedaan worden. Dit verlaagde dus de drempel voor verkrijgen van vergunningen voor projecten. De Raad van State stelt in haar uitspraak dat de bouwvrijstelling niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht en daarom niet meer gehanteerd mag worden.

 

Moeilijker om vergunningen te krijgen

De uitspraak van de Raad van State betekent niet dat er geen vergunningen meer verstrekt worden, alleen dat het moeilijker wordt om vergunningen te verkrijgen. De situatie valt terug naar die van vóór 1 juli 2021, wat betekent dat er bij de aanvraag van een vergunning met behulp van berekeningen aangetoond moet worden dat niet alleen in de gebruiksfase maar ook in de bouwfase er per saldo netto geen sprake is van stikstofuitstoot binnen een straal van 25 km rond Natura2000 gebieden. Bij kleinere woningbouwprojecten (tot ca 100 woningen) wordt veelal al aan die grens voldaan en verandert er dus weinig. Bij grotere woningbouwprojecten en bij infraprojecten zullen bouwbedrijven stikstofbeperkende maatregelen moeten treffen om tot zero-emission te komen, bijvoorbeeld door met elektrisch aangedreven materieel of bijvoorbeeld met gerecycled asfalt te gaan werken. Bijkomend negatief effect is dat de vergunningsaanvragen meer tijd gaan kosten, er een schaarste is aan mensen die de berekeningen kunnen maken én dat de RIVM ontdekt heeft dat de vernieuwde methodiek van de zogenoemde AERIUS-calculator fouten bevat waardoor de invoering uitgesteld is.

 

Wat vindt HZC?

HZC is niet tegen het feit dat bouwbedrijven zich moeten inspannen om tot een meer stikstofbeperkende bouw te komen. Het is goed dat de impact van de bouw op klimaat en milieu beperkt wordt. Wel mist HZC visie en daadkracht van overheid en politiek om voor bouwbedrijven de juiste randvoorwaarden te scheppen met de nodige stimulerende en ondersteunende maatregelen, om aan de nieuwe voorwaarden te kunnen voldoen en de werkwijze van vergunningaanvraag tot en met uitvoering van bouwproject uitvoerbaar te maken. Als de politiek hiervoor niet met concrete oplossingen komt, komen de bouwdoelstellingen voor woningbouw in infrastructuur in de knel, zoals ook Bouwend Nederland terecht stelt. Dus overheid, neem je verantwoordelijkheid!

 

Meer achtergrond over de uitspraak van de Raad van State