Zorgen over gevaarlijke situaties na spoorongeluk. 'Het gaat heel vaak maar net goed'

De spoorsector is in rouw na het ongeval bij Voorschoten begin april. Ernstige incidenten op het spoor gebeuren maar zelden. Hoe veilig is de sector?

Een “zwarte dag voor het Nederlandse spoor”. Zo omschreef ProRail-topman John Voppen de dag die volgde op het ernstige incident in de nacht van maandag 3 op dinsdag 4 april bij Voorschoten. Zowel een goederentrein als een reizigerstrein botste daarbij op een bouwkraan van BAM. Het bouwbedrijf was op de plaats van het ongeval bezig met onderhoudswerkzaamheden. Bij de botsing overleed de kraanbestuurder, een werknemer van BAM. Nog eens dertig mensen uit de passagierstrein raakten gewond.

Bijna-ongevallen

Chris van Veldhuizen, directeur van vakvereniging Het Zwarte Corps (HZC), maakt zich zorgen over de veiligheid in de sector. HZC hoort regelmatig van leden dat het vaak maar nét goed gaat. De bijna-ongevallen laten volgens Van Veldhuizen zien dat het anders moet. Van een van zijn leden kreeg hij een reactie binnen naar aanleiding van het ongeval, die hij voorleest aan de telefoon: “Bij mij komen er nu gebeurtenissen naar boven. Het moment dat we door het oog van de naald zijn gekropen, wel gewonden, geen doden. En een moment dat ik zelf toestemming had en het spoor op wilde gaan, en er een intercity voorbijkwam.”

“Dat is de realiteit”, zegt Van Veldhuizen. “Eigenlijk moet je dus niet denken: dit is maar één ongeluk en het gebeurt bijna nooit. Maar je moet bedenken: het gaat heel vaak maar net goed.”

Volledige afsluiting

De vakbondsdirecteur is een van de weinigen die zich na het ongeval bij Voorschoten direct uitsprak. Hij wil de discussie op gang brengen over volledige afsluiting van spoor of weg bij werkzaamheden. Daarmee verlaag je het veiligheidsrisico voor de werknemers die vlak naast het spoor of de weg aan het werk zijn. “Het gaat 999 keer goed, maar die duizendste keer, waarbij het fout gaat, moet je met zijn allen niet willen”, zei Van Veldhuizen eerder tegen persbureau ANP.

Volledige afsluiting heeft naast een veilige werkomgeving nog meer voordelen, vindt Van Veldhuizen. Werkzaamheden kunnen dan vaker overdag en het haalt de tijdsdruk van het werk af. Nu wordt vooral ‘s nachts aan het spoor gewerkt in een beperkt aantal uren. Mensen werken daardoor onder tijdsdruk, hoort de directeur terug van leden. “Nu, met dit ongeval, komt er ook werkstress bij. Mensen geven aan dat ze met een knoop in hun maag naar het werk gaan.”

Belangen afwegen

Bouwend Nederland juicht het initiatief van HZC toe, zegt woordvoerder Niels Wensing. Hij wijst ook op de succesvolle ervaringen met de volledige afsluiting van de A12 vorig jaar. Maar Wensing begrijpt ook dat dit ingrijpend kan zijn. “We juichen elke maatregel toe die het werk veiliger maakt, maar we zien ook wat er voor nodig is. Als een traject er voor langere tijd uit ligt, moet je dat goed voorbereiden.”

Van Veldhuizen begrijpt ook dat het voor reizigers ongemakkelijk kan zijn en dat de reistijd mogelijk langer wordt. “Dat is niet leuk, maar het is een afweging van wat je belangrijk vindt.” De spoorbranche heeft al wel ervaring met totale afsluitingen. Zo reden er vorig jaar op het traject tussen Geldermalsen en Culemborg 23 dagen geen treinen, omdat de spoorbaan gestabiliseerd moest worden. Het kan dus wel, vindt Van Veldhuizen. Binnenkort hoopt hij met ProRail in gesprek te gaan over zijn voorstel.

Lees het volledige artikel op de website van Cobouw.

Dit artikel uit Cobouw krijg je cadeau van HZC. Via bovenstaande link kan je het lezen voor een periode van 72 uur. Binnen deze 72 uur kan je dit artikel onbeperkt lezen totdat de link niet meer geldig is. Wil je een artikel na deze 72 uur nog lezen, maak dan een gratis account aan of kies voor een abonnement.