Grote zorgen bij wetsvoorstel afschaffing RIV-toets

Het voornemen van het demissionair kabinet om bij de re-integratieverslagtoets (RIV-toets) het oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken leidt tot grote zorgen. In een gezamenlijke reactie op het ontwerp wetsvoorstel benadrukt de VCP samen met FNV en CNV opnieuw de grote gevolgen voor werknemers, zoals flinke terugval in inkomen. In 2023 kwamen de werknemersorganisaties met verzekeringsartsen in verweer tegen dit plan, waarna het voorstel werd ingetrokken.

“Dit voorstel heeft grote consequenties voor zieke werknemers, zoals baanverlies en terugval in inkomen. Kwetsbare werknemers komen in een onzekere positie terecht en raken verwikkeld in ingewikkelde procedures. Dit voorstel is ten behoeve van de werkgever, maar nadelig voor de werknemer’, zegt VCP-voorzitter Nic van Holstein. “Wij verwachten door toename van procedures en door toename van werknemers in de WIA niet minder, maar meer druk op verzekeringsartsen. Bovendien zijn er al stappen gezet om het verschil tussen bedrijfsartsen en verzekeringsartsen te verkleinen.”

Verhoogde WIA-instroom

Het idee om het medisch oordeel van de verzekeringsarts te schrappen en het oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken bij de RIV-toets, dateert uit 2018. Het UWV toetst daarbij momenteel als poortwachter of de werkgever voldoende heeft gedaan aan re-integratie van de werknemer. Door de verzekeringsarts geen rol meer te geven, kan het medisch oordeel van de bedrijfsarts niet meer gecontroleerd worden. Het opleggen van een loonsanctie – zodat een werkgever zich langer moet inspannen voor de re-integratie van de werknemer – is daardoor niet meer mogelijk. Door het missen van re-integratiekansen belanden onnodig meer mensen als arbeidsongeschikte in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het gaat om een toename van 5.500 uitkeringsjaren. De lasten nemen in totaal met bijna € 150 miljoen toe. Voor werknemers heeft dit grote gevolgen, zoals flinke afname van het inkomen.

Rechtspositie van werknemer is in het geding

Minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wijst erop dat werknemers voor hun rechtspositie gebruik kunnen maken van een deskundigenoordeel bij UWV. Een deskundigenoordeel is echter niet bindend, waardoor het juridisch complex is om gelijk te krijgen. Bovendien staat het aanvragen van een deskundigenoordeel onder enorme druk vanwege een tekort aan verzekeringsartsen.

Re-integratieprocessen lopen vast als een deskundigenoordeel vereist is, maar door lange wachttijden geen onafhankelijk oordeel beschikbaar is over hoe de re-integratie moet worden voortgezet. Bovendien is de geclaimde besparing op de capaciteit van verzekeringsartsen uiterst twijfelachtig. Er is geen onderbouwing van de besparing opgenomen in het voorstel. Ook blijkt niet of er rekening wordt gehouden met de extra inzet van verzekeringsartsen vanwege de verwachte toename aan deskundigenoordelen én aan extra inzet bij bezwaar en beroep als gevolg van de toenemende instroom in de WIA.

Wetsvoorstel is overbodig

Er zijn al stappen gezet om het verschil van inzicht tussen bedrijfsartsen en verzekeringsartsen te verkleinen. De kans dat een werkgever een loonsanctie opgelegd krijgt, is daarmee verkleind. Uit de cijfers blijkt een afname van 12% naar 8%. Extra stappen zijn nodig om dit verschil verder te verkleinen. Met de ‘MKB-verzuim-ontzorgverzekering’ is een oplossing beschikbaar, omdat een loonsanctie door de verzekeraar wordt vergoed en werkgevers beter worden ondersteund bij de re-integratieverplichtingen. Bovendien zou juist ingezet moeten worden op het beter benutten van re-integratiekansen, zodat de poortwachtersfunctie van verzekeringsartsen bij de RIV-toets minder wordt belast.

Lees de volledige reactie van VCP, FNV en CNV (pdf).

Bron: VCP

Ontdek de voordelen van ons lidmaatschap

Profiteer van onder meer
Zekerheid dat je contract goed geregeld is
Juridische hulp zonder gedoe
Ondersteuning tijdens je loopbaan
Advies over werk, stage en pensioen
Snel antwoord op je vragen