Het verhaal van André
‘Ik had HZC eerder moeten bellen.’
Ik werkte al twaalf jaar bij dezelfde werkgever. Het ging niet altijd lekker, maar ik hoefde nog maar drie jaar te werken tot aan mijn pensioen, dus besloot ik toch maar te blijven.
Vroeger was het een leuk bedrijf met ongeveer twintig medewerkers. Er werd veel georganiseerd door mijn werkgever waardoor iedereen elkaar ook goed kende. Elke vrijdag een biertje op de zaak, met kerst een borrel met buffet, voor de zomervakantie een barbecue en als het bedrijf goed had gedraaid, gingen we zelfs een weekend op een bungalowpark met alle medewerkers en partners. Maar omdat het werk door de jaren heen afnam, werden ook de leuke dingen minder. We kregen nog wel een kerstpakket, maar het buffet was al afgeschaft en er gingen steeds minder collega’s naar de barbecue, dus daar werd ook geen aandacht meer aan besteed. En van een weekendje weg was natuurlijk al helemaal geen sprake meer.
Steeds meer van mijn collega’s verlieten het bedrijf. Iedereen voelde dat het niet goed ging, dus ze solliciteerden en gingen ergens werken. Maar omdat ik nog maar drie jaar hoefde te werken, bleef ik zitten waar ik zat.
Op een gegeven moment, vlak voor de feestdagen, werd het personeel op vrijdagmiddag bij elkaar geroepen. ‘Ha,’ dacht ik, ‘ze gaan de kerstbijeenkomst weer in ere herstellen.’ Ik verheugde me er ook echt op. Ik verwachtte die middag een sfeervolle kantine binnen te stappen. Maar er stond geen kerstboom, geen stapels met kerstpakketten en geen tafels met hapjes en drankjes. De directeur stond voor de groep zenuwachtig met zijn voet over de grond te schuifelen en zei toen: ‘dit was jullie laatste werkdag. Er is geen werk meer en we gaan de deuren sluiten’. In plaats van met een kerstpakket, ging ik met een brief van mijn werkgever naar huis. Hoezo prettige feestdagen? Ik zat zonder werk.
Ik vond het erg zuur; ik hoefde nog maar drie jaar te werken tot aan mijn pensioen, maar kon niet meer blijven zitten waar ik zat. Toen ik thuiskwam, opende ik de brief. Die viel weer een beetje mee: mijn werkgever schreef dat hij stopte met het bedrijf, maar dat iedereen wel recht had op de transitievergoeding. Dat was voor mij toch een aardig bedrag om de pijn te iets verzachten.
Vlak voor oudejaarsdag ging mijn telefoon. Het was mijn oude werkgever. Hij bleek toch nog een klein werk te hebben wat vier maanden zou duren. Dus vroeg hij mij vier maanden langer in dienst te blijven. Dat wilde ik natuurlijk heel graag.
Echt gezellig was het niet. Al mijn oud-collega’s waren weg en ik werkte met vier zzp’ers die niet kende. Toen die vier maanden om waren, mocht ik weer wat langer blijven. Zo kwam mijn pensioendatum steeds iets dichterbij en ik hoopte stiekem dat ik op deze manier tot die datum zo kon blijven werken. Tot het echt ophield. Er waren geen nieuwe werken meer en mijn werkgever had verlies geleden op de laatste paar werken. Hij kon zijn rekeningen niet meer betalen en er werd een faillissement uitgesproken.
Toen ik zonder werk én ik kreeg geen transitievergoeding omdat het bedrijf failliet was verklaard. Dat was voor mij wel het moment om HZC te bellen. Er is nog wel het een en ander geprobeerd, maar zoals het spreekwoord zegt: van een kale kip kan je niet plukken.
Achteraf gezien had ik HZC moeten bellen toen mijn werkgever me vroeg om langer te blijven. Dan had ik in ieder geval te horen gekregen wat de gevolgen zouden kunnen zijn van het doorwerken. En dan had ik een heel ander besluit genomen!